ECLI:NL:HR:2004:AP1889
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de heffing van precariobelasting voor ligplaatsen van woonschepen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 5 juli 2002, betreffende een aanslag in de precariobelasting voor het jaar 2000. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, die door de directeur Gemeentebelastingen van de gemeente Amsterdam was gehandhaafd. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarna de belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad behandelt de klachten van de belanghebbende, waarbij de tweede klacht betoogt dat de wetgever liggeld voor woonschepen als een recht in de zin van artikel 229 van de Gemeentewet aanmerkt en niet als een belasting. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat de gemeente wel degelijk precariobelasting kan heffen op ligplaatsen voor woonschepen, en dat de klachten van de belanghebbende niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad concludeert dat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, en acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad is dat het beroep ongegrond wordt verklaard, en het arrest is openbaar uitgesproken op 18 juni 2004.