ECLI:NL:HR:2008:BB4427
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C.J.J. van Maanen
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de heffing van precariobelasting voor ondergrondse leidingen in gemeentegrond
In deze zaak gaat het om de heffing van precariobelasting door de gemeente Rotterdam voor ondergrondse leidingen die door belanghebbende, een bedrijf dat industriële gassen en andere chemische producten fabriceert, zijn gelegd in gemeentegrond. De gemeente had een voorlopige aanslag in de precariobelasting opgelegd voor het jaar 2003, welke aanslag door de heffingsambtenaar werd gehandhaafd na bezwaar van belanghebbende. Het Hof heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de aanslag vernietigd, waarna de gemeente in cassatie ging tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat de gemeentegrond niet voor de openbare dienst bestemd was. De Hoge Raad oordeelt dat toegankelijkheid voor het publiek geen vereiste is voor de bestemming van gemeentegrond voor de openbare dienst, mits de functie van de grond, zoals die van een leidingstrook, gewaarborgd is. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van de bestemming van gemeentegrond en de voorwaarden waaronder precariobelasting kan worden geheven. De Hoge Raad oordeelt dat de heffingsambtenaar gelijk heeft in zijn stelling dat de leidingstrook voor de openbare dienst bestemd is, en dat de argumenten van belanghebbende niet voldoende zijn om dit te weerleggen. De zaak wordt nu terugverwezen voor beoordeling van andere grieven die het Hof nog niet heeft behandeld.