ECLI:NL:HR:2004:AP1533
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.L.M. Urlings
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid in beklag ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot teruggave van inbeslaggenomen goederen
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een beklag ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door een klager die verzocht om teruggave van een inbeslaggenomen BMW. De klager, die ten tijde van de aanzegging gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting 'Almere Binnen', trok in raadkamer zijn verzoek tot teruggave aan hem in en vroeg in plaats daarvan om teruggave aan zijn broer. De rechtbank te Amsterdam had eerder het beklag ongegrond verklaard. De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank de klager niet-ontvankelijk had moeten verklaren, omdat de wet niet toestaat dat een verzoek tot teruggave mondeling wordt gedaan, noch dat teruggave aan een ander kan worden gelast op verzoek van een belanghebbende. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd dat de beslissing van de rechtbank vernietigd moest worden en dat de klager niet-ontvankelijk verklaard moest worden. De Hoge Raad volgt deze conclusie en vernietigt de beschikking van de rechtbank, waarbij de klager niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn beklag. Deze uitspraak is gedaan op 7 september 2004 door de Hoge Raad der Nederlanden, met de vice-president als voorzitter en twee raadsheren in aanwezigheid van de waarnemend-griffier.