ECLI:NL:HR:2004:AP0252
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- J.L.M. Urlings
- Rechtspraak.nl
Verkeersongeval met zwaar lichamelijk letsel en de gevolgen voor de verdachte
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, waarbij de verdachte is veroordeeld voor het veroorzaken van een verkeersongeval op 21 oktober 2000 in Vleuten-De Meern. De verdachte, die zonder rijbewijs reed, veroorzaakte een ongeval waarbij een passagier, [het slachtoffer], zwaar lichamelijk letsel opliep, waaronder een drievoudige onderkaakfractuur en meervoudig tand- en kiesletsel. Het slachtoffer heeft door het letsel drieënhalve maand niet kunnen werken.
De Hoge Raad beoordeelt de zaak op basis van de door het Hof gebezigde bewijsmiddelen, waaronder verklaringen van het slachtoffer en medische rapporten. De Advocaat-Generaal Vellinga had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar de Hoge Raad oordeelt dat de beoordeling van het Hof niet onbegrijpelijk is. De Hoge Raad bevestigt dat het letsel van het slachtoffer als zwaar lichamelijk letsel kan worden gekwalificeerd, gezien de ernst en de gevolgen van het letsel.
De Hoge Raad behandelt ook de motivering van de opgelegde straffen. De verdachte had in hoger beroep aangevoerd dat de opgelegde geldboete van € 2.500,-- niet voldoende was gemotiveerd, gezien zijn financiële situatie. Het Hof had echter rekening gehouden met de belangen van de verdachte bij het behoud van zijn rijbewijs en had de boete in termijnen toegestaan. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof niet verplicht was tot nadere motivering van de boete.
Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep, omdat geen van de aangevoerde middelen tot cassatie kan leiden. De uitspraak van het Hof blijft daarmee in stand, en de verdachte blijft veroordeeld tot de opgelegde straffen.