ECLI:NL:HR:2004:AN7262
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- G.J.M. Corstens
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Schatting van wederrechtelijk verkregen voordeel op basis van NFI-rapportage
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 januari 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel in een hennepplantagezaak. De betrokkene, geboren in 1959 en wonende te [woonplaats], was in hoger beroep veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 26.000,- of, bij niet-betaling, 265 dagen vervangende hechtenis. De verdediging stelde dat de schatting van de opbrengst per hennepplant te hoog was en dat er uitgegaan moest worden van een gemiddelde opbrengst van 5-10 gram per plant, in plaats van de door het Hof gehanteerde 22 gram norm, die gebaseerd was op een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). De Hoge Raad oordeelde dat de verwerping van deze stelling door het Hof toereikend was gemotiveerd, aangezien de verdediging geen concrete onderbouwing had gegeven voor de afwijking van de 22 gram norm. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof enkel voor zover het ging om de vervangende hechtenis, maar verwierp het beroep voor het overige. Dit arrest benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige onderbouwing bij het aanvoeren van alternatieve schattingen van wederrechtelijk verkregen voordeel.