ECLI:NL:HR:2003:AO0654
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Put-Lauwers
- D.G. van Vliet
- P. Lourens C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake naheffingsaanslag loonbelasting
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie van V.o.f. X te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 15 november 2002, met nummer BK 186/01. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de loonbelasting en premie volksverzekeringen voor de periode van 1 januari 1994 tot en met 31 december 1997. De Hoge Raad heeft op 19 december 2003 uitspraak gedaan in deze cassatieprocedure.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het beroepschrift in cassatie niet voldoet aan de eisen van artikel 6:5, lid 1, letter d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het niet de gronden van het beroep bevatte. De Griffier van de Hoge Raad heeft de belanghebbende in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen binnen een termijn van zes weken, die eindigde op 9 april 2003. Het herstel heeft echter niet tijdig plaatsgevonden. Een faxbericht dat op 10 april 2003 is ontvangen, was te laat, en ook een brief die op 11 april 2003 is ontvangen, is niet tijdig ter post bezorgd.
Aangezien er geen grond aanwezig is voor ambtshalve vernietiging van de uitspraak van het Gerechtshof, heeft de Hoge Raad, in overeenstemming met artikel 6:6 Awb, het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad heeft ook geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door de vice-president en drie raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 19 december 2003.