ECLI:NL:HR:2003:AK3701
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- J.B. Fleers
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake huurovereenkomst en bewijslast bij beëindiging
In deze zaak gaat het om een geschil tussen twee eisers, [Eiser 1] en [Eiseres 2], en de Stichting Standvast Wonen (voorheen Woningbouwvereniging de Gezonde Woning) over de beëindiging van een huurovereenkomst. De eisers hebben de stichting gedagvaard na een eerdere veroordeling door de kantonrechter tot betaling van herstelkosten en andere kosten. De kantonrechter had geoordeeld dat de huurovereenkomst niet was geëindigd per 1 juli 1988, zoals door de eisers werd gesteld, en had hen veroordeeld tot betaling van een bedrag aan de stichting. De rechtbank heeft het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd, maar de eisers hebben cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 5 december 2003 geoordeeld dat de bewijslast voor de beëindiging van de huurovereenkomst niet bij de eisers ligt, maar bij de stichting. Dit is gebaseerd op de hoofdregel van bewijsrecht, die stelt dat degene die zich op een rechtsgevolg beroept, de bewijslast draagt. De Hoge Raad vernietigt het vonnis van de rechtbank en verwijst de zaak terug naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens wordt de stichting veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.
Dit arrest is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het verduidelijkt hoe de bewijslast in huurovereenkomsten moet worden vastgesteld en wie verantwoordelijk is voor het leveren van bewijs in geschillen over de beëindiging van dergelijke overeenkomsten.