ECLI:NL:HR:2003:AF6589
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam inzake poging tot diefstal met braak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 april 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, gedateerd 9 december 1996. De verdachte, geboren in Turkije in 1972, was veroordeeld voor poging tot diefstal door twee of meer personen, waarbij hij zich toegang tot de plaats van het misdrijf had verschaft door middel van braak. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J.F. van der Brugge, beoordeeld.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), is overschreden in de fase tussen de bij verstek gewezen uitspraak en het moment waarop deze uitspraak ter kennis van de verdachte is gebracht. De plaatsvervangend Procureur-Generaal Fokkens had geconcludeerd dat de Hoge Raad het bestreden arrest zou vernietigen voor wat betreft de strafoplegging. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en de opgelegde gevangenisstraf verminderd tot twee maanden en twee weken, waarvan één maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
De Hoge Raad heeft verder overwogen dat de vertraging in de procedure niet volledig aan het Openbaar Ministerie kan worden toegerekend, aangezien de verdachte gedurende een bepaalde periode niet in de basisadministratie persoonsgegevens was ingeschreven. De Hoge Raad heeft de belangen van de gemeenschap en de verdachte tegen elkaar afgewogen en besloten dat het belang van normhandhaving prevaleert, wat heeft geleid tot de strafvermindering. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan door vice-president C.J.G. Bleichrodt, samen met de raadsheren J.P. Balkema en W.A.M. van Schendel, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend-griffier I.W.P. Verboon.