ECLI:NL:HR:2003:AF3304
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- B.C. de Savornin Lohman
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest van het Gerechtshof te Amsterdam inzake zware mishandeling
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 24 september 2001 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1978. De verdachte werd beschuldigd van zware mishandeling, omdat hij op 7 februari 1999 in Utrecht een kopstoot had gegeven aan het slachtoffer, waardoor deze een gebroken neus opliep. Het Hof had de verdachte veroordeeld tot twee weken gevangenisstraf, voorwaardelijk, en een geldboete van ƒ 750,-. De Hoge Raad oordeelt dat de bewezenverklaring van de zware mishandeling niet voldoende is onderbouwd. De bewijsmiddelen die door het Hof zijn gebruikt, bieden onvoldoende inzicht in de aard van de verwondingen en de noodzaak van medisch ingrijpen. De Hoge Raad vernietigt daarom de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor herbehandeling. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van een zorgvuldige bewijsvoering in strafzaken, vooral als het gaat om de kwalificatie van letsel en de gevolgen daarvan voor de verdachte.