ECLI:NL:HR:2003:AF3077
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- A.G. Pos
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over nietigheid van overeenkomst tussen gemeente en verweerder
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 april 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de Gemeente Bleiswijk en een verweerder. De verweerder had de Gemeente gedagvaard voor de Rechtbank te Rotterdam met het verzoek om een overeenkomst van 7 juli 1993 nietig te verklaren. De Rechtbank heeft de vordering van de verweerder op 8 januari 1998 afgewezen. Hierop heeft de verweerder hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 26 april 2001 het vonnis van de Rechtbank heeft vernietigd en de overeenkomst nietig heeft verklaard. De Gemeente heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het Hof.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier, die strekte tot verwerping van het beroep, gevolgd. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd niet tot cassatie konden leiden. Dit oordeel werd gemotiveerd door te stellen dat de klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft de Gemeente in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 286,88 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan door vice-president P. Neleman als voorzitter, samen met de raadsheren A.G. Pos en P.C. Kop, en is openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels.