ECLI:NL:HR:2002:AF2241
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vrijstelling van belasting van personenauto's en motorrijwielen voor in Duitsland geregistreerde auto
In deze zaak was in geschil of de Inspecteur terecht het verzoek van belanghebbende om vrijstelling van belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM) heeft afgewezen. Het verzoek was gedaan op basis van artikel 4, lid 1, van het Uitvoeringsbesluit belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992, in combinatie met artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 918/93. De belanghebbende had een in Duitsland geregistreerde personenauto die tot zijn persoonlijke goederen behoorde en verzocht om vrijstelling van BPM bij registratie in Nederland.
De Inspecteur had het verzoek afgewezen, wat leidde tot bezwaar en vervolgens beroep bij het Hof. Het Hof bevestigde de afwijzing van de Inspecteur, waarna de belanghebbende in cassatie ging. De Hoge Raad oordeelde dat de door het Hof vastgestelde feiten en de stukken van het geding geen andere conclusie toelieten dan dat de belanghebbende zijn permanente centrum van belangen in Nederland had. Dit was ook het geval tijdens zijn verblijf in Duitsland, waar hij als werknemer woonde.
De Hoge Raad concludeerde dat de klachten van de belanghebbende niet tot cassatie konden leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verklaarde het beroep ongegrond en achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 20 december 2002 door de vice-president en andere raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.