ECLI:NL:HR:2002:AE3587
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.P. Balkema
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake overtredingen van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren door rechtspersoon
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 1 september 2000 een verdachte heeft veroordeeld voor meerdere overtredingen van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. De verdachte, een rechtspersoon, is door het Hof veroordeeld tot geldboetes voor het niet naleven van voorschriften die zijn gesteld krachtens artikel 60 van deze wet. De Hoge Raad behandelt het cassatieberoep dat is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.J.J.E. Stassen. De plaatsvervangend Procureur-Generaal Fokkens heeft geconcludeerd dat het beroep moet worden verworpen.
Tijdens de terechtzitting op 18 augustus 2000 was de verdachte niet aanwezig, maar was de raadsman wel aanwezig. De raadsman heeft verklaard niet uitdrukkelijk gemachtigd te zijn om de verdediging te voeren, wat volgens de wet betekent dat hij slechts het woord mag voeren ter toelichting van de afwezigheid van de verdachte. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof de raadsman in strijd met het wettelijk systeem in de gelegenheid heeft gesteld om meer aan te voeren dan waar hij recht op had. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het verweer van de raadsman niet in behandeling hoefde te worden genomen.
De Hoge Raad komt tot de slotsom dat het cassatieberoep niet kan leiden tot vernietiging van de bestreden uitspraak, en dat er geen andere gronden zijn om de uitspraak ambtshalve te vernietigen. Daarom wordt het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, en is uitgesproken op 25 juni 2002.