ECLI:NL:HR:2002:AD3600
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Toeristenbelasting en verblijf met overnachten in Hengelo
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de vereniging X te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, die betrekking heeft op een aanslag in de toeristenbelasting voor het jaar 1998. De gemeente Hengelo (Gld.) had een aanslag opgelegd van f 2049,35 voor 2411 overnachtingen. Na bezwaar van de belanghebbende, werd de aanslag door het hoofd bureau Financiën gehandhaafd. De belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak bevestigde. Hierop volgde een cassatieprocedure bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad beoordeelt of de leden van de vereniging, die in 1998 op het terrein A in Hengelo (Gld.) hebben overnacht, dit deden tegen vergoeding in de zin van de Verordening toeristenbelasting 1998. Het Hof had geoordeeld dat de leden door het betalen van contributie ook een vergoeding betaalden voor de mogelijkheid tot overnachten. Dit oordeel werd door de Hoge Raad bevestigd, waarbij werd opgemerkt dat de klacht van de belanghebbende faalde. De Hoge Raad oordeelde dat er voldoende verband was tussen de betaling van contributie en het verblijf met overnachten.
De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond en achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen op 7 juni 2002 door de vice-president en de raadsheren, en is openbaar uitgesproken.