ECLI:NL:HR:2001:AD4852
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 1997
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende, X, tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 18 juli 2000, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1997. De Inspecteur had een aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 189.756, welke aanslag na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. Belanghebbende, directeur en enig aandeelhouder van A B.V., kwam in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde. Hierop heeft belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad oordeelt dat het oordeel van het Hof geen blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting en dat het voor het overige in cassatie niet op zijn juistheid kan worden getoetst. De Hoge Raad stelt vast dat het Hof niet buiten de rechtsstrijd is getreden en dat de Inspecteur vrij was om zijn verdediging van de correctie van een nadere grondslag te voorzien, mits belanghebbende niet in zijn processuele belangen werd geschaad. Dit laatste is door het Hof onbetwist vastgesteld.
De Hoge Raad concludeert dat de overige klachten van belanghebbende ook niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verklaart het beroep ongegrond. Dit arrest is gewezen op 26 oktober 2001 door de raadsheer D.H. Beukenhorst als voorzitter, en de raadsheren L. Monné en J.W. van den Berge, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma.