ECLI:NL:HR:2001:AD4400
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- G.J.M. Corstens
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A.J.A. van Dorst
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen verstekarrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage in strafzaak betreffende opzettelijke overtreding van milieuwetgeving
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een verstekarrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 9 juli 1999 een verdachte heeft veroordeeld voor opzettelijke overtredingen van milieuwetgeving. De verdachte, geboren in 1964 en woonachtig in [woonplaats], heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de Economische Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage. De advocaat van de verdachte, mr. G.F. van der Hardt Aberson, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht. De Advocaat-Generaal Wortel heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de bestreden uitspraak moet vernietigen en de zaak moet terugwijzen naar het Gerechtshof voor herbehandeling.
De Hoge Raad heeft de stukken van het geding beoordeeld, waaronder de akte van hoger beroep en de appèldagvaarding. Er zijn verschillende documenten overgelegd die de situatie van de verdachte beschrijven, waaronder een verklaring van de gemeente over zijn inschrijving en een verklaring van een medewerker van het arrondissementsparket. De Hoge Raad oordeelt dat het oordeel van het Hof dat de appèldagvaarding geldig is betekend, niet blijk geeft van een verkeerde rechtsopvatting. De klacht dat de dagvaarding in hoger beroep niet geldig was, faalt.
De Hoge Raad concludeert dat er geen aanwijzingen zijn dat de in cassatie overgelegde brieven niet aanwezig waren in het dossier van het Hof. De klacht dat het voorschrift van artikel 51 van het Wetboek van Strafvordering niet is nageleefd, wordt eveneens verworpen. Aangezien geen van de middelen tot cassatie kan leiden, wordt het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en is uitgesproken op 20 november 2001.