ECLI:NL:HR:2001:AB3338
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- A.M.M. Orie
- B.C. de Savornin Lohman
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen vrijspraak van bedreiging met vuurwapen
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een vrijspraak van de verdachte door de Rechtbank. De verdachte was beschuldigd van bedreiging met een vuurwapen jegens twee politieagenten, maar de Rechtbank sprak hem vrij. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de bedreiging, ondanks dat de situatie door omstanders als bedreigend werd ervaren. De Officier van Justitie ging in hoger beroep, waarbij de tenlastelegging werd gewijzigd naar poging tot doodslag. Het Hof weigerde deze wijziging, omdat het vertrouwensbeginsel in het geding was; de verdachte had erop vertrouwd dat de rechtsstrijd zich zou beperken tot de oorspronkelijke beschuldiging van bedreiging.
De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en de vrijspraak van de Rechtbank. De Hoge Raad oordeelde dat de beslissing van het Hof om de wijziging van de tenlastelegging niet toe te staan, onterecht was. De Hoge Raad stelde dat de vordering tot wijziging van de tenlastelegging niet in strijd was met het vertrouwensbeginsel, omdat de verdachte niet gerechtvaardigd had kunnen vertrouwen op een beperking van de rechtsstrijd. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor een nieuwe behandeling.
Dit arrest benadrukt het belang van het vertrouwensbeginsel in het strafproces, maar ook dat dit beginsel niet absoluut is. De Hoge Raad bevestigt dat de mogelijkheid van wijziging van de tenlastelegging moet worden gewogen tegen de belangen van de verdachte en de eisen van een behoorlijke procesorde.