ECLI:NL:HR:2001:AB0635
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag vennootschapsbelasting en fiscale eenheid
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die betrekking heeft op een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1988. De aanslag was oorspronkelijk opgelegd door de Inspecteur, maar na bezwaar was deze verminderd tot een belastbaar bedrag van 11.200.790. X B.V. ging in beroep tegen deze uitspraak, maar het Hof bevestigde de beslissing van de Inspecteur. Hierop heeft X B.V. cassatie ingesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend, en de Advocaat-Generaal L.F. van Kalmthout heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het Hof en de Inspecteur, en tot vermindering van de aanslag met ƒ 65.833 tot ƒ 4.134.724. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de argumenten van het Hof en de Advocaat-Generaal.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof een onjuiste rechtsopvatting heeft gehanteerd met betrekking tot de fiscale eenheid. De voorwaarden die de Staatssecretaris stelt, mogen geen inbreuk maken op het wezen van de fiscale eenheid. Dit betekent dat de vennootschapsbelasting moet worden geheven alsof de dochtermaatschappij in de moedermaatschappij is opgegaan. De Hoge Raad concludeert dat de 17e voorwaarde, zoals gesteld door de Staatssecretaris, onverbindend is, omdat deze inbreuk maakt op de essentie van de fiscale eenheid.
De Hoge Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraken van het Hof en de Inspecteur, en vermindert de aanslag. Tevens wordt de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van het geding in cassatie en de kosten van het geding voor het Hof. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 21 maart 2001.