ECLI:NL:HR:2000:AA9094
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de aanslag inkomstenbelasting en ondernemersrisico van een huisarts
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 13 januari 2000, betreffende de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1995. De Inspecteur had een aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 56.073, welke aanslag na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. Het Hof verklaarde het beroep van belanghebbende gegrond, vernietigde de uitspraak van de Inspecteur en verlaagde de aanslag naar ƒ 55.670. Belanghebbende ging in cassatie tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten. De zaak werd verwezen naar het Gerechtshof te ’s-Gravenhage voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat de feiten aantonen dat belanghebbende, die als huisarts werkzaam was, aan de vereisten voor het zijn van ondernemer voldeed. Het Hof had ten onrechte geoordeeld dat belanghebbende niet voldeed aan de voorwaarde van continuïteit in zijn werkzaamheden. De Hoge Raad benadrukte dat de werkzaamheden van belanghebbende een duurzaam karakter hadden en dat hij ondernemersrisico liep.
De uitspraak van de Hoge Raad is op 20 december 2000 gedaan door vice-president R.J.J. Jansen en de raadsheren G.J. Zuurmond, F.W.G.M. van Brunschot, D.G. van Vliet en P. Lourens, in tegenwoordigheid van waarnemend griffier J.M. van Hooff. De Staatssecretaris van Financiën werd veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op ƒ 1.420 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.