ECLI:NL:HR:2000:AA7160
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E. de Moor
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslagen omzetbelasting en accijns met betrekking tot administratieve controle
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de naamloze vennootschap X N.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin naheffingsaanslagen in de omzetbelasting en accijns zijn opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 1992 tot en met 31 december 1993. De naheffingsaanslagen betroffen een bedrag van ƒ 144.947,10 voor omzetbelasting en ƒ 157.712,00 voor accijns, met een verhoging van de nageheven accijns van honderd procent. De Inspecteur verleende bij het vaststellen van de aanslag een kwijtschelding van 75% op de verhoging van de accijns. Na bezwaar van de belanghebbende werd de naheffingsaanslag in de omzetbelasting verminderd tot nihil, terwijl de naheffingsaanslag in de accijns werd gehandhaafd en de verhoging volledig werd kwijtgescholden. Op 9 juli 1998 verminderde de Inspecteur de naheffingsaanslag in de accijns ambtshalve tot nihil.
De belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat het beroep gegrond verklaarde en de uitspraak van de Inspecteur vernietigde. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur niet onredelijk had gehandeld door bestanden inclusief de kostprijsfactor te willen inzien, en dat de lange reactietijd van de belanghebbende op de overlegging van de bestanden niet leidde tot uitzonderlijk hoge kosten in de beroepsfase. Het Hof concludeerde dat het optreden van de Inspecteur geen bijzondere omstandigheid vormde als bedoeld in het Besluit proceskosten fiscale procedures.
De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof, maar uitsluitend voor wat betreft de beslissing inzake de proceskosten. De Staatssecretaris van Financiën werd veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de kosten van het geding in cassatie, terwijl de Inspecteur werd veroordeeld in de kosten van het geding voor het Hof. De zaak werd in het openbaar uitgesproken op 20 september 2000 door de raadsheer A.E. de Moor, met de raadsheren P.J. van Amersfoort en P. Lourens.