ECLI:NL:HR:2000:AA6343
Hoge Raad
- Cassatie
- H.L.J. Roelvink
- W.H. Heemskerk
- C.H.M. Jansen
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Cassatie over dwangsommen en behandeling van gedetineerden in de Nederlandse Antillen
In deze zaak hebben eisers tot cassatie, allen wonende op Curaçao, het Land, de openbare rechtspersoon van de Nederlandse Antillen, in kort geding opgeroepen. De eisers vorderden onder andere dat het Land hen een maaltijdschema zou bieden, de omstandigheden in de cellen zou verbeteren, en lijfstraffen zou verbieden. Het Gerecht in Eerste Aanleg heeft op 14 november 1997 de vorderingen van eisers grotendeels toegewezen. Het Land heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, dat op 6 oktober 1998 het vonnis gedeeltelijk heeft bevestigd en gedeeltelijk vernietigd, met nieuwe bepalingen over dwangsommen en de behandeling van gedetineerden.
Tegen het eindvonnis van het Hof hebben eisers cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld, waarbij de Advocaat-Generaal Wesseling-van Gent tot verwerping van het beroep heeft geconcludeerd. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 30 juni 2000 geoordeeld dat het Hof niet buiten de rechtsstrijd van partijen is getreden en dat de motivering van de dwangsommen voldoende was. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld.
Deze uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk met betrekking tot de behandeling van gedetineerden en de mogelijkheid van het opleggen van dwangsommen in kort geding procedures. De zaak benadrukt ook de verantwoordelijkheden van de overheid in het waarborgen van humane omstandigheden voor gedetineerden.