Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- het arrest van 4 oktober 2022
- de akte overlegging producties van [geïntimeerde] met producties 17 tot en met 19
- het proces-verbaal van descente van 10 januari 2023
- de memorie van grieven tevens wijziging eis, met producties
- de memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep, met producties
- de memorie van antwoord in het incidenteel hoger beroep, met producties
- de akte overlegging producties van [geïntimeerde] met productie 22
- de akte overlegging producties van [appellant] met producties A1 tot en met A14
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 24 januari 2024
- het ambtshalve royement in verband met starten mediationtraject
- het verzoek tot hervatting van [appellant]
- de akte overlegging producties van [appellant] met producties A15 tot en met A18
- de akte overlegging producties van [geïntimeerde] met productie 23
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 20 november 2024
2.Waar deze zaak over gaat
De erfgrens met de buren ( [adres] 113) wordt gevormd door:
Vanaf hoek achterkant garage loopt de grens tussen [naam2] / [appellant] recht naar het einde hekwerk (is een rood/witte paal gezet).
Op de achterzijde van de woning van [appellant] staat de kadastrale grens aangetekend (witte markering op gevel). Vanaf hier is het ca 2.15 naar de geplaatste schutting.
Deze schutting loopt door tot aan de zijkant van de garage, ca 40 cm uit de achterkant. De schutting is de erfgrens tussen [naam2] / [appellant] .”
Verkoper en koper verklaren de navolgende bijzonderheden/afspraken te willen vastleggen:
- De erfgrens is de huidige grens zoals aangegeven door de huidige erfafscheiding (zijkant én achterzijde) met de buren (zie kaart);
- Er zal een dakgoot geplaatst worden door de buren, zodat de afwatering van het schuine dak van de woning van de buren, niet op het verkochte loopt; (…)”.
3.Het oordeel van het hof
de afwatering van het schuine dak van de woning van de buren, niet op het verkochte loopt.’ Het ligt temeer voor de hand dat [appellant] een waterafvoer op zijn eigen perceel verzorgt, omdat [geïntimeerde] (onvoldoende betwist) heeft aangevoerd dat na de aansluiting van de dakgoot bleek dat bij hevige regenval de afvoer op haar perceel de hoeveelheid water niet aankan en de goot regelmatig overstroomde. Nu van een afspraak over waterafvoer naar de grond op het perceel van [geïntimeerde] niet is gebleken, is het hof met de rechtbank van oordeel dat [appellant] op grond van de wet (art. 5:52 BW) ervoor moet zorgen dat de afwatering van zijn dak op zijn eigen perceel terecht komt.
4.De beslissing
- de overbouw van zijn schuur/berging,
- het purschuim tussen de buitenkeuken en de kapschuur,
- de aluminium hoekstrip die over de erfgrens heen steekt,
- de opgehoogde grond tegen de buitenmuur van [geïntimeerde] , welke buitenmuur [appellant] daarna moet schoonmaken,
- de laurierstruiken in de voortuin die zich bevinden op zijn perceel binnen een halve meter van de erfgrens,
- de klimop (hedera) uit het hekwerk;