ECLI:NL:HR:2000:AA4431

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 januari 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C98/144HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • H. Herrmann
  • A. van der Putt-Lauwers
  • F. Fleers
  • M. Heemskerk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie van Redland Bouwprodukten B.V. tegen S.A. France Alfa inzake schadevergoeding en contractuele verplichtingen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 januari 2000 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van Redland Bouwprodukten B.V. tegen S.A. France Alfa. De zaak begon met een vordering van France Alfa tegen Redland, waarbij France Alfa Redland op 2 mei 1995 had gedagvaard voor de Rechtbank te Amsterdam. France Alfa vorderde onder andere een schadevergoeding van ƒ 1.377.000,-- en een verklaring voor recht dat Redland gehouden was om Koninklijke Mosa B.V. volledig schadeloos te stellen. De Rechtbank te Amsterdam heeft op 14 februari 1996 Redland veroordeeld tot betaling van ƒ 370.320,-- aan Mosa, vermeerderd met wettelijke rente. Redland ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 8 januari 1998 het vonnis van de Rechtbank bekrachtigde.

Tegen dit arrest heeft Redland cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal Hartkamp gevolgd, die tot verwerping van het beroep strekte. De Hoge Raad oordeelde dat het middel faalde op de gronden die in de conclusie van de Advocaat-Generaal waren uiteengezet. De Hoge Raad heeft vervolgens het beroep van Redland verworpen en Redland veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van France Alfa zijn begroot op ƒ 597,20 aan verschotten en ƒ 3.000,-- voor salaris.

Deze uitspraak bevestigt de eerdere beslissingen van de lagere rechters en onderstreept de contractuele verplichtingen van Redland jegens France Alfa en Koninklijke Mosa B.V. De zaak is van belang voor de interpretatie van contractuele verplichtingen en schadevergoeding in het civiele recht.

Uitspraak

21 januari 2000
Eerste Kamer
Nr. C98/144HR
AT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
REDLAND BOUWPRODUKTEN B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr P.S. Kamminga,
t e g e n
de vennootschap naar Frans recht S.A. FRANCE ALFA,
gevestigd te Carmaux, Frankrijk,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr E.D. Vermeulen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Verweerster in cassatie - verder te noemen: France Alfa - heeft bij exploit van 2 mei 1995 eiseres tot cassatie - verder te noemen: Redland - op verkorte termijn gedagvaard voor de Rechtbank te Amsterdam en gevorderd:
A. Redland te veroordelen aan Koninklijke Mosa B.V., gevestigd te Maastricht, te betalen een bedrag van ƒ 1.377.000,-- met rente daarover vanaf 14 januari 1993 of zodanig latere dag als de Rechtbank geboden mocht achten;
B. te verklaren voor recht dat Redland jegens France Alfa gehouden is Koninklijke Mosa B.V. volledig schadeloos te stellen en gesteld te houden terzake van alle voor Mosa, Mosa N.V. (België) en Mosa SARL (Frankrijk) nadelige gevolgen van de verkoop van splijttegels geproduceerd door de Tegelen-business als bedoeld in art. 4.5 van de Share Purchase Agreement, voor zover deze thans niet reeds gevorderd werd;
C. bij wege van voorlopige voorziening in het eerstkomende tussenvonnis, dat de Rechtbank mocht wijzen, Redland te veroordelen tot betaling aan Koninklijke Mosa voornoemd van een voorschot op de schadevergoeding, waartoe Redland uiteindelijk veroordeeld mocht worden, van ƒ 500.000,--.
Redland heeft de vorderingen bestreden.
De Rechtbank heeft bij vonnis van 14 februari 1996 Redland veroordeeld tot betaling aan Mosa van ƒ 370.320,--, vermeerderd met de wettelijke rente over ƒ 248.731,-- vanaf 14 januari 1993 en over ƒ 121.589,-- vanaf 28 oktober 1994, en de zaak voor het onder rov. 12 van dit vonnis omschreven doel naar de rol verwezen.
Tegen dit vonnis heeft Redland hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam.
Bij arrest van 8 januari 1998 heeft het Hof het bestreden vonnis bekrachtigd.
Het arrest van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het Hof heeft Redland beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
France Alfa heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
Redland heeft de zaak doen toelichten door haar advocaat en France Alfa door mrs W.D.H. Asser en I.M. Blatter, beiden advocaat te Amsterdam.
De conclusie van de Advocaat-Generaal Hartkamp strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
Het middel faalt op de gronden uiteengezet in de conclusie van de Advocaat-Generaal Hartkamp.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Redland in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van France Alfa begroot op ƒ 597,20 aan verschotten en ƒ 3.000,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren Herrmann, als voorzitter, Van der Putt-Lauwers en Fleers, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer Heemskerk op 21 januari 2000.