ECLI:NL:HR:2000:AA4431
Hoge Raad
- Cassatie
- H. Herrmann
- A. van der Putt-Lauwers
- F. Fleers
- M. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Cassatie van Redland Bouwprodukten B.V. tegen S.A. France Alfa inzake schadevergoeding en contractuele verplichtingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 januari 2000 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van Redland Bouwprodukten B.V. tegen S.A. France Alfa. De zaak begon met een vordering van France Alfa tegen Redland, waarbij France Alfa Redland op 2 mei 1995 had gedagvaard voor de Rechtbank te Amsterdam. France Alfa vorderde onder andere een schadevergoeding van ƒ 1.377.000,-- en een verklaring voor recht dat Redland gehouden was om Koninklijke Mosa B.V. volledig schadeloos te stellen. De Rechtbank te Amsterdam heeft op 14 februari 1996 Redland veroordeeld tot betaling van ƒ 370.320,-- aan Mosa, vermeerderd met wettelijke rente. Redland ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 8 januari 1998 het vonnis van de Rechtbank bekrachtigde.
Tegen dit arrest heeft Redland cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal Hartkamp gevolgd, die tot verwerping van het beroep strekte. De Hoge Raad oordeelde dat het middel faalde op de gronden die in de conclusie van de Advocaat-Generaal waren uiteengezet. De Hoge Raad heeft vervolgens het beroep van Redland verworpen en Redland veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van France Alfa zijn begroot op ƒ 597,20 aan verschotten en ƒ 3.000,-- voor salaris.
Deze uitspraak bevestigt de eerdere beslissingen van de lagere rechters en onderstreept de contractuele verplichtingen van Redland jegens France Alfa en Koninklijke Mosa B.V. De zaak is van belang voor de interpretatie van contractuele verplichtingen en schadevergoeding in het civiele recht.