gevestigd te Eindhoven,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr G. Snijders.
1.Het geding in feitelijke instanties
Eiseres tot cassatie - verder te noemen: Ekkersrijt - heeft bij exploit van 1 november 1995 verweerster in cassatie – verder te noemen: [verweerster] – op verkorte termijn gedagvaard voor de Rechtbank te 's-Hertogenbosch en gevorderd:
a) voor recht te verklaren dat Ekkersrijt niet verplicht was en is de onroerende zaak: een terrein (zoals destijds blijkens huurcontract de dato dertien april negenhonderd acht en tachtig aan de vennootschap/koper verhuurd), ter grootte van ongeveer twee hectaren zeven en vijftig aren dertig centiaren, uitmakende een ter plaatse kennelijk aangeduid gedeelte van het kadastrale perceel gemeente Son en Breugel, sectie B, nummer 2429, aan [verweerster] te verkopen, noch aan [verweerster] te leveren;
b) [verweerster] te veroordelen om na betekening van het te wijzen vonnis mee te werken aan het verlijden van een notariële akte houdende tenaamstelling van voormelde onroerende zaak ten name van Ekkersrijt, zulks ten overstaan van een notaris op een door hem te bepalen datum, gelegen binnen twee weken na betekening van dit vonnis tegen overgifte door Ekkersrijt aan [verweerster] van de som van ƒ 1.493.860,-- exclusief BTW;
subsidiair:
c) [verweerster] te veroordelen om na betekening van het te wijzen vonnis mee te werken aan het verlijden van een akte van transport betreffende voormelde onroerende zaak ten overstaan van een notaris op een door hem te bepalen tijdstip gelegen binnen twee weken na betekening van het te wijzen vonnis tegen overgifte van voormelde som door Ekkersrijt aan [verweerster];
d) [verweerster] te veroordelen tot betaling van een dwangsom van ƒ 300.000,-- per dag of dagdeel dat zij in gebreke blijft aan de veroordeling sub b subsidiair sub c te voldoen;
e) [verweerster] te veroordelen tot betaling aan Ekkersrijt van schadevergoeding ten bedrage van ƒ 17.500,-- exclusief BTW per maand te rekenen over de periode vanaf 20 juli 1995 tot aan de dag van tenaamstelling of transport als hierboven bedoeld;
f) [verweerster] te veroordelen tot vergoeding van de overige schade op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van deze dagvaarding.
[verweerster] heeft de vorderingen bestreden en harerzijds in reconventie gevorderd Ekkersrijt te veroordelen tot betaling van het bedrag van ƒ 127.637,85, verhoogd met de wettelijke rente vanaf 8 april 1995, alsmede (voor recht te verklaren) dat Ekkersrijt verplicht was het perceel aan [verweerster] te verkopen tegen een prijs van ƒ 1.493.860,--, geïndexeerd op de wijze als in de huurovereenkomst opgenomen vanaf 15 april 1993 tot aan het moment van verkoop, althans tegen een prijs van ƒ 2.400.000,--, althans tegen een prijs door de Rechtbank in goede justitie te bepalen.
Ekkersrijt heeft in reconventie de vorderingen bestreden.
De Rechtbank heeft bij vonnis van 21 juni 1996 zowel in conventie als in reconventie de vorderingen afgewezen.
Tegen dit vonnis, voor zover in conventie gewezen, heeft Ekkersrijt hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Bij arrest van 3 december 1997 heeft het Hof het bestreden vonnis bekrachtigd.
Het arrest van het Hof is aan dit arrest gehecht.