ECLI:NL:HR:1997:AA3331
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Zuurmond
- M. Monné
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën inzake aanslag inkomstenbelasting/premievolksverzekeringen voor gehandicapte kinderen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die op 19 maart 1997 werd gedaan. De zaak betreft de aanslag inkomstenbelasting/premievolksverzekeringen die aan belanghebbende, aangeduid als X, was opgelegd voor het jaar 1994. De aanslag was gebaseerd op een belastbaar inkomen van f. 68.546,--. Na bezwaar van belanghebbende handhaafde de Inspecteur de aanslag, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof vernietigde de uitspraak van de Inspecteur en verlaagde de aanslag tot een belastbaar inkomen van f. 67.281,--. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.
De Staatssecretaris van Financiën stelde beroep in cassatie in tegen deze uitspraak. In het cassatiegeding werd vastgesteld dat de kinderen van belanghebbende ernstige verstandelijke en lichamelijke handicaps hebben. Zij namen deel aan hydrotherapie, wat hen hielp bij hun revalidatie. De Hoge Raad oordeelde dat de kosten voor het zwemmen, ook al vond dit plaats onder begeleiding van niet-medisch geschoolde vrijwilligers, terecht door het Hof waren aangemerkt als uitgaven voor geneeskundige hulp volgens artikel 46, lid 3, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964.
Daarnaast werd opgemerkt dat er een discrepantie was tussen de datum van de uitspraak van het Hof en de aantekening van de griffier over de verzending van de afschriften. De Hoge Raad besloot hieraan voorbij te gaan op basis van artikel 6:22 in verbinding met artikel 6:24 van de Algemene wet bestuursrecht.
De Hoge Raad oordeelde dat de Staatssecretaris van Financiën in de proceskosten moest worden veroordeeld, vastgesteld op f. 355,-- voor beroepsmatig verleende bijstand. Het beroep in cassatie werd verworpen, en er werd een recht geheven van f. 315,-- voor het beroepschrift in cassatie.