ECLI:NL:HR:1997:AA3280

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 september 1997
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
32252
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A. Stoffer
  • J. Urlings
  • M. Zuurmond
  • A. Pos
  • J. Beukenhorst
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over aftrekbaarheid van opleidingskosten voor inkomstenbelasting

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 9 februari 1996, betreffende de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1993. De belanghebbende had een aanslag opgelegd gekregen naar een belastbaar inkomen van ƒ 50.373,--. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafde de Inspecteur de aanslag, waarna de belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, waarop de belanghebbende cassatie instelde.

In cassatie werd vastgesteld dat de belanghebbende, werkzaam als bijstandmaatschappelijk werkster, in 1993 een opleiding Algemene Supramentale Psychofysi ca volgde. De uitgaven voor deze opleiding werden door haar als buitengewone lasten in mindering op haar belastbaar inkomen gebracht, na aftrek van de daarvoor geldende drempel. Het Hof oordeelde echter dat deze uitgaven niet voor aftrek in aanmerking kwamen, omdat de belanghebbende niet had aangetoond dat de supramentale psychofysica beroepsmatig werd uitgeoefend.

De Hoge Raad oordeelde dat het Hof een onjuiste maatstaf had aangelegd. Voor de beoordeling of een studie of opleiding wordt gevolgd voor een beroep, is het van belang of de studie niet om persoonlijke redenen maar met het oog op verbetering van de maatschappelijke positie in financieel-economisch opzicht wordt ondernomen. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens werd bepaald dat de Staatssecretaris van Financiën het griffierecht van ƒ 300,-- aan de belanghebbende moest vergoeden.

Uitspraak

gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 9 februari 1996 betreffende de haar voor het jaar 1993 opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof Aan belanghebbende is voor het jaar 1993 een aan slag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 50.373,--, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uit spraak van de Inspecteur is gehandhaafd. Belanghebbende is van de uitspraak van de Inspecteur in beroep gekomen bij het Hof. Het Hof heeft die uitspraak bevestigd. De uit spraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daar van deel uit.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een vertoogschrift ingediend.
3. Beoordeling van het middel 3.1. In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan. Belanghebbende, in dienstbetrekking werkzaam als bijstandmaatschappelijk werkster, volgde in 1993 een opleiding Algemene Supramentale Psychofysi ca. De uitgaven voor deze opleiding heeft zij, na aftrek van de daarvoor geldende drempel, als buiten gewone lasten in mindering op haar belastbaar inkomen gebracht. 3.2. De door belanghebbende gedane uitgaven komen volgens het Hof niet voor aftrek als buitengewone lasten in aanmerking. Hiertoe heeft het redengevend geoordeeld dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat de supramentale psychofysica als zodanig beroepsmatig wordt uitgeoefend, alsmede dat niet aannemelijk is geworden dat de door belangheb bende bij wijze van voorbeeld vermelde personen geen andere, reeds bestaande, beroepen uitoefenen, doch beroepsmatig als supramentaal psychofysicus werkzaam zijn. Tegen dit oordeel richt zich het middel met het betoog dat het Hof aldus een onjuiste maatstaf heeft aangelegd. 3.3. Het middel wordt terecht voorgesteld. Voor de beoordeling van de vraag of een studie of opleiding wordt gevolgd voor een beroep is maatgevend of de studie niet om persoonlijke redenen maar met het oog op verbetering van de maatschappelijke positie in financieel-economisch opzicht wordt ondernomen en voorts de belastingplichtige in redelijkheid kan verwachten dat na voltooiing van deze studie de verworven kennis in het economische verkeer produktief gemaakt kan worden. Het Hof heeft derhalve ten onrechte beslissend geacht of de "supramentale psycho fysica" als zodanig beroepsmatig wordt uitgeoefend. 's Hofs uitspraak kan niet in stand blijven. Verwij zing moet volgen.
4. Proceskosten De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in arti kel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
5. Beslissing De Hoge Raad - vernietigt de uitspraak van het Hof; - verwijst het geding naar het Gerechtshof te Arnhem ter verdere behandeling en beslissing van de zaak in meervoudige kamer met inachtneming van dit ar rest; en - gelast dat door de Staatssecretaris van Finan ciën aan belanghebbende wordt vergoed het door deze terzake van de behandeling van het beroep in cassatie verschuldigd geworden griffierecht ten bedrage van ƒ 300,--.
Dit arrest is op 24 september 1997 vastgesteld door de vice-president Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Urlings, Zuurmond, Pos en Beukenhorst, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Barendse, en op die datum in het openbaar uitgesproken.