6.3De onroerende zaak zal bij de eigendomsoverdracht de feitelijke eigenschappen bezitten die nodig zijn voor een normaal gebruik als:particulier woonhuis voor eigen gebruik.(…)
Verkoper staat niet in voor andere eigenschappen dan die voor een normaal gebruik nodig zijn. Verkoper staat ook niet in voor de afwezigheid van gebreken die dat normale gebruik belemmeren en die aan koper bekend zijn of kenbaar zijn op het moment van het tot stand komen van deze koopovereenkomst.
(…)”.
Artikel 21 luidt als volgt:
“
artikel 21
Koper is bekend dat verkoper de woning recentelijk niet zelf heeft bewoond en deze derhalve niet kent zoals dat normaal van een eigenaar/verkoper mag worden verwacht. Verkoper kan de koper derhalve niet informeren over de eigenschappen cq. gebreken aan het verkochte, waarvan hij op de hoogte zou zijn geweest indien verkoper het verkochte zelf recentelijk zou hebben bewoond.”
Artikel 25 luidt als volgt:
“artikel 25
Deze overeenkomst kan door koper uiterlijk op 01 augustus 2016 worden ontbonden indien koper op die datum, door middel van het rapport van een door hem uit te laten voeren bouwtechnokeuring aantoont, dat de woning ernstige bouwkundige gebreken vertoont.(…)”
3.1.5.De woning is op 3 oktober 2016 aan [appellanten] geleverd.
3.1.6.[appellanten] heeft de technische staat van de woning op 6 juli 2017 laten onderzoeken door Nebest B.V. (hierna: Nebest). Nebest heeft in haar rapport van 21 juli 2017 diverse gebreken aan de woning beschreven.
3.1.7.Naar aanleiding van het rapport van Nebest heeft [appellanten] [geïntimeerde] bij brief van 13 oktober 2017 gesommeerd om aansprakelijkheid voor de betreffende gebreken te erkennen en te overleggen over het herstellen van de woning en het vergoeden van de kosten daarvan. [geïntimeerde] heeft dat geweigerd.
3.2.1.In de onderhavige procedure vorderde [appellanten] in eerste aanleg:
primair:
- een verklaring voor recht dat de woning niet aan de overeenkomst beantwoordt en [geïntimeerde] aansprakelijk is voor de daardoor aan de zijde van [appellanten] ontstane schade, bestaande uit de kosten van herstel;
- veroordeling van [geïntimeerde] tot vergoeding van die schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
subsidiair:
- wijziging van de gevolgen van de door partijen gesloten koopovereenkomst ter opheffing van het nadeel, zodanig dat de koopprijs wordt verminderd met de kosten van herstel, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, met veroordeling van [geïntimeerde] om dat bedrag aan [appellanten] te betalen;
primair en subsidiair:
- veroordeling van [geïntimeerde] tot betaling aan [appellanten] van een voorschot van
€ 150.000,--;
- veroordeling van [geïntimeerde] in de (na)kosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2.2.[geïntimeerde] heeft voorwaardelijk een incidentele vordering ingesteld voor het geval de rechtbank [appellanten] enig bedrag zou toekennen en de uitvoerbaarheid bij voorraad zou uitspreken. Voor dat geval heeft [geïntimeerde] gevorderd [appellanten] zekerheid te laten stellen tot terugbetaling van enig op te leggen bedrag.
3.2.3.[appellant 1] is niet op alle onderdelen in het gelijk gesteld. [appellant 1] is tijdig in hoger beroep gekomen. Hij heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden vonnissen en hij heeft zijn eerdere vorderingen (zoals hiervoor weergegeven) herhaald (waarbij hij zijn vordering ter zake het voorschot op een andere plaats heeft genoemd). Het hof begrijpt hieruit dat [appellant 1] in hoger beroep al zijn vorderingen handhaaft en dat hij wil bereiken dat het hof al zijn vorderingen alsnog toewijst.
Een korte samenvatting van de grondslagen van de vorderingen en de oordelen van de rechtbank
3.3.1.Aan zijn primaire vordering heeft [appellanten] , kort gezegd, ten grondslag gelegd dat [geïntimeerde] is tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst omdat de woning niet aan de koopovereenkomst beantwoordt. Volgens [appellanten] kleven er gebreken aan de woning die aan het normale gebruik van de woning in de weg staan. [geïntimeerde] is daarom aansprakelijk voor de daardoor geleden schade bestaande uit de kosten van herstel.
Aan zijn subsidiaire vordering heeft [appellanten] , kort gezegd, ten grondslag gelegd dat hij ten aanzien van de bouwkundige staat van de woning heeft gedwaald en dat het nadeel dat hij daardoor lijdt dient te worden opgeheven door vermindering van de koopprijs met de kosten van herstel.
3.3.2.Volgens [appellanten] kleven de volgende gebreken aan de woning, welke hij zowel aan zijn primaire als subsidiaire vordering ten grondslag heeft gelegd:
1) wateroverlast in de kelder van de woning wegens de aangebrachte koekoeken;
2) de kelder van de woning is volledig ongeïsoleerd;
3) de gevel van de woning is gebrekkig;
4) het dak van de woning is gebrekkig;
5) de dakconstructie van de woning is gebrekkig en gevaarlijk;
6) de vloer van de garage is ondeugdelijk en gevaarlijk;
7) de temperatuur in de woning kan niet goed worden gereguleerd.
3.3.3.De rechtbank heeft alleen de vorderingen toegewezen met betrekking tot de gestelde gebreken 1 en 5, kort gezegd, op de subsidiaire respectievelijk de primaire grondslag.
De grieven van [appellanten]
3.4.1.De grieven van [appellanten] hebben, kort gezegd, betrekking op de door hem gestelde gebreken waarin de rechtbank hem niet is gevolgd (de hiervoor genoemde onderwerpen 2, 3, 4, 6 en 7) en op nog enkele nieuwe door hem gestelde gebreken. Het hof zal de grieven per onderwerp beoordelen.
3.4.2.[appellanten] heeft in zijn inleiding op de memorie van grieven vermeld dat al hetgeen hij in eerste aanleg heeft aangevoerd en ook alles wat in de door hem overgelegde producties is aangevoerd, als letterlijk herhaald en ingelast moet worden beschouwd. Voor zover [appellanten] hiermee heeft bedoeld dat het hof al die standpunten moet meenemen in de beoordeling van zijn hoger beroep, verwerpt het hof dat standpunt. Het hof kan aan dat verzoek geen gehoor geven. Zo’n algemene verwijzing is onvoldoende om alles wat bij de rechtbank is aangevoerd in de beoordeling van het hoger beroep te betrekken. Uit de memorie van grieven moet voldoende duidelijk zijn (zowel voor het hof als voor [geïntimeerde] ) tegen welke beslissingen en oordelen van de rechtbank het hoger beroep is gericht en wat de bedoeling is van het hoger beroep.
De kelder (grief 1 en grief 7)
3.5.1.De kelder is niet volledig geïsoleerd. [appellanten] heeft aangevoerd dat hij dat mocht verwachten, ook als dat niet strikt genomen nodig was voor normaal gebruik. De rechtbank heeft hierover in het vonnis van 11 maart 2020 het volgende overwogen: