Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant] ,2. [appellante] ,beiden wonende te [woonplaats] ,
1.Vakantiecentrum De Zwarte Bergen Exploitatie B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
De Zwarte Bergen Invest B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
8.Het vervolg van de procedure in hoger beroep
- het tussenarrest van 4 juni 2024;
- de op 2 juli 2024 door ZBE en ZBI genomen akte met productie 3;
- de op 2 juli 2024 door [appellanten] genomen akte;
- de op 13 augustus 2024 door ZBE en ZBI genomen antwoordakte.
9.De verdere beoordeling
.
“indien de ondernemer een herstructureringsplan voor het terrein tot uitvoering gaat brengen waarvoor vaste standplaatsen moeten worden opgeheven.”In de AV is geen definitie opgenomen van het begrip “herstructureringsplan” of het begrip “herstructurering”.
- dat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden;
- dat de plannen voor de realisatie van het vakantiepark in de fase van definitief ontwerp zijn;
- dat de aanvraag van de omgevingsvergunning voor de realisatie van een eerste bouwfase naar verwachting eind 2023 of begin 2024 zal worden ingediend.
- A. [appellanten] hun kampeermiddel op 9 april 2021 hebben overgedragen aan een derde, zodat zij zelf geen kosten hebben gemaakt voor het verplaatsen of verwijderen van hun kampeermiddel;
- B. [appellanten] de plaats niet conform artikel 13 lid 1 van de AV heeft opgeleverd uiterlijk op de dag waartegen is opgezegd, zijnde 1 april 2021.
- dat zij hun kampeermiddel vanwege de aanstaande beëindiging van de huur van de staanplaatsen met verlies hebben moeten verkopen, en dat dit verlies te kwalificeren is als kosten die zij hebben gemaakt om de staanplaats schoon op te leveren en het kampeermiddel te verwijderen;
- dat zij aan de onder B genoemde voorwaarde hebben voldaan omdat zij in de opzeggingsbrief van 20 december 2018 de tijd hebben gekregen tot 1 juli 2021 om de standplaats ontruimd op te leveren.
- Explootkosten € 128,93
- Griffierecht € 240,--
- Salaris gemachtigde € 436,-- (2 punten x € 218,--)
- Explootkosten € 137,08
- Griffierechten € 343,--
- Salaris advocaat € 1.716,-- (2 punten x tarief I)
- Nakosten € 178,-- (plus de verhoging zoals vermeld in de
10.De uitspraak
- € 1.624,74 vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de datum van de inleidende dagvaarding, zijnde 28 juli 2021;
- € 1.276,50, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de datum van de inleidende dagvaarding, zijnde 28 juli 2021;
- € 415,12 ter zake buitengerechtelijke incassokosten;