Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- [betrokkene] , bijgestaan door mr. Emonds,
- mevrouw [de bewindvoerder] , de bewindvoerder WSNP van [betrokkene] , hierna te noemen: de bewindvoerder,
- de heer [de beschermingsbewindvoerder] , de beschermingsbewindvoerder (Boek 1 BW) van [betrokkene] , hierna te noemen: de beschermingsbewindvoerder.
3.De beoordeling
nietten aanzien van vorderingen die voortvloeien uit een in kracht van gewijsde gegane strafrechtelijke veroordeling tot betaling van een geldboete, geldbedrag en/of schadevergoeding (zie sub a tot en met d). Met een vordering onder dit lid wordt gelijkgesteld een vordering die voortvloeit uit een in kracht van gewijsde gegane veroordeling tot betaling van schadevergoeding die is vastgesteld door de burgerlijke rechter nadat de strafrechter die over het misdrijf of de overtreding heeft geoordeeld, heeft vastgesteld dat de vordering tot betaling van schadevergoeding of een deel daarvan slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.