Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het verloop van de procedure
- [verzoekster] , bijgestaan door mr. Steensma,
- namens [verweerder] , mr. Bardoel.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft verzoekster, wonende in Duitsland, een verzoek ingediend bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch om een voorlopig getuigenverhoor te gelasten. Dit verzoek is gedaan in het kader van een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, waarin haar vorderingen tegen verweerder waren afgewezen. De rechtbank had geoordeeld dat verzoekster onvoldoende had aangetoond dat verweerder haar contractspartij was in de verkoop van zes voertuigen. Verzoekster stelt dat zij deze voertuigen heeft verkocht aan een tussenpersoon, [betrokkene], die vervolgens de voertuigen aan verweerder heeft doorverkocht. Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft verzoekster betoogd dat het getuigenverhoor noodzakelijk is om haar kansen in het hoger beroep te beoordelen.
Verweerder heeft zich verzet tegen het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor en heeft tevens een incident tot zekerheidstelling van proceskosten ingediend, omdat verzoekster geen vaste woonplaats in Nederland zou hebben. Het hof heeft vastgesteld dat verzoekster inderdaad geen vaste woonplaats in Nederland heeft, maar dat dit geen verplichting tot zekerheidstelling met zich meebrengt. Het hof heeft geoordeeld dat verzoekster voldoende belang heeft bij het houden van het getuigenverhoor, omdat dit haar kan helpen bij het vaststellen van de feiten en haar procespositie in de hoofdzaak kan verduidelijken.
Het hof heeft het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor toegewezen en verweerder veroordeeld in de proceskosten van deze procedure. De beslissing is openbaar uitgesproken op 16 maart 2023.