Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
) hebben in eerste instantie persoonlijk plaatsgevonden en daarna via digitale weg wegens de lockdown.”
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 2 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de appellant, hierna te noemen [appellant]. De rechtbank Limburg had op 19 september 2023 de schuldsaneringsregeling tussentijds beëindigd op grond van artikel 350 lid 3 aanhef en sub c van de Faillissementswet (Fw), omdat [appellant] niet voldeed aan zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling. Het hof heeft vastgesteld dat [appellant] structureel zijn sollicitatie- en informatieplicht niet naar behoren is nagekomen, ondanks herhaalde waarschuwingen van zowel de bewindvoerder als de rechter-commissaris. Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep op 25 oktober 2023 heeft [appellant] zijn situatie toegelicht, waarbij hij aangaf dat zijn tekortkomingen vooral te wijten waren aan onkunde en niet aan onwil. Hij heeft recentelijk een baan voor 36 uur per week en is van plan om een letselschadezaak op te starten. Het hof heeft echter geoordeeld dat de tekortkomingen van [appellant] hem kunnen worden verweten en dat er geen termen zijn om de schuldsaneringsregeling te verlengen. Het hof bekrachtigt de beslissing van de rechtbank en bepaalt dat [appellant] in staat van faillissement verkeert zodra de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan. De zaak wordt terugverwezen naar de rechtbank Limburg voor verdere afhandeling.