Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
2 Feiten
3 Geschil en conclusies van partijen
4.Gronden
no cure no pay. [2] Aan toekenning van een proceskostenvergoeding staat bovendien niet in de weg dat belanghebbende ermee heeft ingestemd dat een eventuele proceskostenvergoeding aan de rechtsbijstandverlener wordt uitbetaald. [3] Hieruit vloeit naar het oordeel van het hof voort dat niet vereist is dat door belanghebbende kosten zouden moeten worden gemaakt als aan belanghebbende in het geheel geen proceskostenvergoeding zou worden toegekend. Anders dan de heffingsambtenaar stelt is daarbij naar het oordeel van het hof evenmin vereist dat ten tijde van de uitspraak van de rechtbank ook al kosten waren gemaakt voor de verleende rechtsbijstand. [4] Tenslotte is naar het oordeel van het hof niet vereist dat de gemaakte kosten hoger zouden moeten zijn dan de door een rechtbank uitgesproken proceskostenvergoeding. [5]
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank, maar alleen voor zover daarin geen kostenvergoeding voor de bezwaarfase is toegekend;
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank voor het overige;
- bepaalt dat de heffingsambtenaar aan belanghebbende het betaalde griffierecht voor de behandeling van het hoger beroep bij het hof van € 136 vergoedt;
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de kosten van het bezwaar van € 599;
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de kosten van het geding bij het hof van € 418,50.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).