Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant] ,
[appellante],
beiden wonende te [woonplaats] ,
1.Het procesverloop
- de dagvaarding in hoger beroep van 30 september 2020;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord met 2 producties.
2.De feiten en het geschil
3.De beoordeling.
Met betrekking tot bekende erfdienstbaarheden, kwalitatieve bedingen en/of bijzondere verplichtingen wordt verwezen naar voormelde akte[…]
waarin onder meer woordelijk staat vermeld:
de vrije opvaart des poort”, “
vrij bezit van opvaart der gezegde poort” en “
zijn bezit van opvaart”. Het hof leidt uit deze verschillende formuleringen af dat met het woord “opvaart” alleen de feitelijke vrije toegang wordt bedoeld, en dat het niet gaat om een gedefinieerd juridisch recht dat aangeduid wordt als “recht van opvaart”. [appellanten] stelt ook niet dat de Code Civil of het daarvoor toepasselijk recht een gedefinieerd “recht van opvaart” kennen. Het oud BW kent deze rechtsfiguur evenmin. Uit deze stukken volgt dus wel dat de rechtsvoorgangers van [appellanten] gehouden waren daarom de doorgang vrij te houden voor de rechtsvoorgangers van [geïntimeerde] , maar niet op welk juridische recht van de rechtsvoorgangers van [geïntimeerde] deze verplichting is gebaseerd. Dat betekent dat het hof in deze stukken onvoldoende grond ziet om te oordelen dat de doorgang geen buurweg kan zijn geweest, omdat een ander recht is gevestigd. Het verweer dat [appellanten] op deze stukken baseert, slaagt daarom niet. Deze stukken zijn daarom onvoldoende om het rechtsvermoeden niet toe te passen of te ontzenuwen.
op enige (stilzwijgende) toestemming van de (voormalig) eigenaren van[het perceel van (nu) [appellanten] ].” Dat is een betwisting van het verweer van [appellanten] dat er geen sprake zou zijn van een buurweg, maar juist van (steeds) verleende toestemming voor het gebruik, waarbij die toestemming –volgens [appellanten] – ook weer ingetrokken zou kunnen worden. (De advocaat van) [geïntimeerde] bedoelt hier niet dat de voormalig eigenaren van het perceel van [appellanten] nu, nooit ingestemd hebben met de bestemming van buurweg. Het betoog van [appellanten] slaagt niet.