3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) [Eiser] is door vererving eigenaar van een perceel met opstallen, gelegen in [plaats] achter het perceel dat plaatselijk bekend is als [a-straat 1] (hierna: het achterterrein). Op dit laatste perceel staat een woning, die in het verleden ook door [eiser] is bewoond. De twee percelen vormden één geheel totdat [eiser] dit splitste, de woning verkocht en het achterterrein in eigendom behield. Het achterterrein ligt ingesloten tussen andere percelen. [Eiser] pleegt daarom uit te wegen over een aangrenzend perceel van [verweerster].
(ii) Het perceel van [verweerster] wordt samen met twee andere, aangrenzende percelen bedrijfsmatig door haar gebruikt en omvat rond een onbebouwd binnenterrein verschillende opstallen. Het complex grenst aan de westzijde aan de [a-straat] en aan de oostzijde aan de [b-straat]. Tussen de opstallen aan de westzijde loopt een - inmiddels afgesloten - doorgang (hierna: de doorgang) van de [a-straat] naar het binnenterrein die hoofdzakelijk door langzaam verkeer werd gebruikt. Tussen de opstallen aan de oostzijde loopt vanaf het binnenterrein naar de [b-straat] een uitrit die hoofdzakelijk door gemotoriseerd verkeer wordt gebruikt. Op het binnenterrein, dat naast het achterterrein van [eiser] is gelegen, wordt ook geparkeerd.
(iii) [Eiser] gebruikt het achterterrein tegenwoordig nog slechts voor opslag en hobby. In het verleden werd het achterterrein - vanaf de jaren vijftig door zijn grootvader en later door hemzelf - gebruikt ten behoeve van een handels- en aannemingsbedrijf. Toen reden zij met zware motorvoertuigen over het perceel van [verweerster] naar de [b-straat] en omgekeerd. Voor langzaam verkeer werd ook van de doorgang naar de [a-straat] gebruik gemaakt.
(iv) In februari 1956 hebben de grootvader van [eiser] en de grootvader van de huidige directeur van [verweerster] een overeenkomst gesloten, op grond waarvan de grootvader van [eiser] tegen betaling van ƒ 750,-- voor 25 jaar het recht verkreeg om met grote en kleine voertuigen over het terrein van (thans) [verweerster] naar de [b-straat] en vice versa te rijden.
(v) Ook een aantal andere omwonenden maakte in het verleden gebruik van de mogelijkheden om via het perceel van [verweerster] naar de [a-straat] of de [b-straat] te gaan.
(vi) Ten tijde van de procedure in eerste aanleg had [verweerster] verbouwingsplannen, die inmiddels tot uitvoering zijn gebracht. Als gevolg daarvan is de doorgang naar de [a-straat] afgesloten en is het binnenterrein gedeeltelijk benut voor het uitbreiden van de bestaande bebouwing. [Eiser] en andere omwonenden kunnen nu alleen nog maar van de uitrit van het binnenterrein naar de [b-straat] gebruik maken. Volgens [eiser] is dit laatste niet of niet goed meer mogelijk met (lange) vrachtwagens.