ECLI:NL:GHSHE:2022:870
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herstelarrest inzake de nietigheid van de dagvaarding in hoger beroep wegens strijdigheid met het Unierecht
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 2 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1966, die niet ter terechtzitting is verschenen, maar vertegenwoordigd werd door zijn raadsvrouw, mr. C.G.J.E. Lut. Het hof constateerde dat de dagvaarding in hoger beroep nietig was, omdat de betekening daarvan niet voldeed aan de eisen van het Unierecht. De eerste pagina van het arrest vermeldde abusievelijk dat de procedure op tegenspraak was gevoerd, terwijl dit niet het geval was. Dit werd hersteld in het bijgevoegde herstelarrest. Het hof oordeelde dat de betekening van de dagvaarding aan de verdachte niet rechtsgeldig was, omdat er geen objectieve informatie was die bevestigde dat de verdachte op de hoogte was van de procedure. De advocaat-generaal had gesteld dat de betekening rechtsgeldig was, maar het hof kwam tot de conclusie dat de dagvaarding in hoger beroep nietig moest worden verklaard. De griffier zorgde ervoor dat het herstelarrest aan de procespartijen werd bekendgemaakt.