Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep met de nummers 20/00704 en 20/00705 ongegrond;
- verklaart het hoger beroep met de nummers 20/00706 tot en met 20/00710 gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank, met uitzondering van de beslissingen in het beroep met nummers BRE 19/5014 en 19/5015 en de beslissingen over het griffierecht en de vergoeding van de door belanghebbende geleden immateriële schade;
- verklaart het tegen de uitspraak op bezwaar bij de rechtbank ingestelde beroep met de nummers BRE 19/5016, 19/5017, 19/5018, 19/6293 en 19/6294 gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar voor zover deze betreffen de aanslagen IB/PVV 2012 tot en met 2014 en de verzoeken om ambtshalve vermindering van de navorderingsaanslag IB/PVV 2010 en de aanslag IB/PVV 2011;
- vernietigt de door de inspecteur gegeven beschikkingen op grond van artikel 9.6 Wet IB 2001 ten aanzien van de navorderingsaanslag IB/PVV 2010 en de aanslag IB/PVV 2011;
- vernietigt de navorderingsaanslag IB/PVV 2010;
- vermindert de aanslagen IB/PVV 2011 tot en met 2014 naar belastbare inkomens uit werk en woning van respectievelijk € 35.026, € 36.056, € 38.743 en € 32.954;
- vermindert de rentebeschikkingen evenredig;
- bepaalt dat de inspecteur aan belanghebbende het betaalde griffierecht voor de behandeling van het hoger beroep bij het hof van € 131 vergoedt;
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van het bezwaar van € 403,50;
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van het geding bij de rechtbank en het hof van € 4.554.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).