In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 19 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, dat op 15 februari 2022 was gewezen. De verdachte, geboren in 1996 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was aangeklaagd voor schuldwitwassen van een geldbedrag van € 100.005 en tien iPhones. Het hof heeft de rechtmatigheid van de verkeerscontrole door de verbalisanten beoordeeld, waarbij werd vastgesteld dat de controle op de naleving van de Wegenverkeerswet 1994 rechtmatig was uitgevoerd. De verdediging had bepleit dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard, maar het hof verwierp dit verweer. Het hof oordeelde dat de verdachte redelijkerwijs moest vermoeden dat het geldbedrag uit enig misdrijf afkomstig was, maar sprak hem vrij van het witwassen van de iPhones, omdat niet kon worden vastgesteld dat deze een criminele herkomst hadden. Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter en legde een gevangenisstraf van twee maanden op, met verbeurdverklaring van het geldbedrag en andere in beslag genomen voorwerpen.