In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant met betrekking tot de aanslag watersysteemheffing 2010 en de daarbij vergoede invorderingsrente. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de beschikking invorderingsrente die door de invorderingsambtenaar van het Waterschap De Dommel is gegeven. De rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna de belanghebbende hoger beroep heeft ingesteld bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. Het hof oordeelt dat de rechtbank niet buiten het geschil is getreden en dat de vergoede invorderingsrente van € 1,20 in stand blijft, omdat de belanghebbende geen uitstel van betaling heeft gevraagd. Het hof concludeert dat er geen recht bestaat op een hogere rentevergoeding dan het reeds vergoede bedrag. Daarnaast wordt het verzoek om immateriële schadevergoeding afgewezen, omdat het financiële belang in deze procedure als zeer gering wordt beschouwd. De rechtbank heeft ook geen proceskostenvergoeding toegekend, wat het hof bevestigt. De uitspraak van de rechtbank wordt bekrachtigd en het hoger beroep wordt ongegrond verklaard.