Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde] ,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
" [appellant] , bestuurder met enkele affaires"en de subkop:
" [plaats] wethouder weggestuurd na onvolledigheid bij jaarstukken".
"
Weg met die vallende wethouder". In dit opiniestuk beschreef [persoon A] zijn visie op het zogenoemde “Wethoudersonderzoek” dat was uitgevoerd in opdracht van Binnenlands Bestuur en waaruit bleek dat 75 wethouders in 2017 om een politieke reden 'onderuit' gingen. Bij het artikel is een foto van [appellant] geplaats. De foto werd voorzien van het volgende vetgedrukte onderschrift:
" [appellant] moest in juli vorig jaar weg als wethouder van [plaats] , nadat de gemeenteraad het vertrouwen in hem opzegde ".
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
[appellant] is een publiek figuur
" [appellant] , bestuurder met enkele affaires"en in de subkop
" [plaats] wethouder weggestuurd na onvolledigheid bij jaarstukken". Naar het oordeel van het hof heeft [x] terecht aangevoerd dat een kop en subkop zijn bedoeld om daarmee de aandacht van de lezer te trekken. Zij mogen kort en bondig zijn en de kwalificaties en nuances ontberen die later in het artikel wel opkomen. De kop en subkop moeten in samenhang met de rest van de publicatie worden gelezen. Dat er gedurende de politieke loopbaan van [appellant] “enkele affaires” hebben gespeeld en dat hij is ontslagen als wethouder van [plaats] na problemen met de jaarstukken, wordt in het verdere artikel nader uitgewerkt, is door [appellant] niet betwist en vindt bovendien voldoende steun in het beschikbare feitenmateriaal. Het hof volgt [appellant] niet in zijn betoog dat in de kop en subkop wordt gesuggereerd dat hij een onprofessionele brokkenmaker zou zijn.
"(…) Bij het [werkvoorzieningsschap] trad hij [ [appellant] ] in 1986 aan als vicevoorzitter, zes jaar nadat hij het [werkvoorzieningsschap] -pand voor het eerst betrad. [voorzitter 1] maakte in 1987 bekend dat hij [werkvoorzieningsschap] - [directeur] wel wilde opvolgen. [voorzitter 1] legde zijn functie als voorzitter tijdelijk neer. [appellant] schoof als vicevoorzitter tijdelijk een plaatsje door. Toen [directeur] later dat jaar daadwerkelijk vertrok werd [appellant] voorgedragen als directeur. [de wethouder] [voorzitter 1] werd gepasseerd. Met dertien stemmen voor en elf tegen benoemde het Algemeen Bestuur hem. Op die benoeming kwam veel kritiek omdat [appellant] als vicevoorzitter de sollicitatie- en selectieprocedure had geleid (…)”.Het standpunt van [appellant] dat hij met deze passage in een negatief daglicht wordt gesteld, omdat [x] bewust niet heeft vermeld dat hij door het personeel is gevraagd om zich kandidaat te stellen en dat hij, na dat verzoek van het personeel, ontslag heeft genomen uit de sollicitatiecommissie, volgt het hof niet. Het hof is van oordeel dat hoewel [appellant] weliswaar meent dat de destijds gerezen kritiek op zijn handelen onterecht is, deze kritiek er destijds wel was en dat dit ook beschreven mocht worden in de publicatie. Dat [x] hier niet nog een nadere nuance heeft aangebracht door te vermelden dat [appellant] zich uit de sollicitatiecommissie heeft teruggetrokken zodra hij zich kandidaat had gesteld, valt onder de vrijheid die een krant heeft om een invalshoek en inkleding te hanteren en de keuzes die zij mocht maken in het kader van haar overzichtsartikel, al moet worden toegegeven dat het een kleine moeite voor de krant zou zijn geweest deze nuance in het artikel aan te brengen. [appellant] heeft echter onvoldoende onderbouwd dat het weglaten van de door hem voorgestelde nuance hier zodanig nadelig is voor hem dat dit onrechtmatig is jegens hem.
Begin 1988 raakte [werkvoorzieningsschap] -directeur [appellant] in opspraak. Volgens voorzitter [voorzitter 2] had directeur [appellant] het bestuur van het schap onvoldoende geïnformeerd over de aanbesteding van nieuwbouwprojecten in Etten-Leur en Roosendaal. De bouw werd begeleid door het Ontwerp en Advies Bureau Fijnaart die daar 4 miljoen gulden voor kreeg. Op een bouwproject van 18 miljoen gulden vond het bestuur dat wel een beetje veel. Onderzoekers van bureau Deloitte en Touche onderzochten de kwestie en oordeelden hard. [appellant] werd op vakantie gestuurd en op 1 oktober 1998 ontslagen (…)”.Het hof volgt niet het betoog van [appellant] dat met deze passage wordt gesuggereerd dat hij aan “vriendjespolitiek” heeft gedaan door het Fijnaartse adviesbureau OAF voor een te hoge prijs nieuwbouw te laten begeleiden. De publicatie geeft feitelijk weer dat [appellant] volgens een derde ( [voorzitter 2] ) het [werkvoorzieningsschap] -bestuur onvoldoende heeft geïnformeerd over aanbesteding en dat het bestuur het honorarium dat door OAF voor de begeleiding van het bouwproject wel veel vond. De weergave van het standpunt van een derde houdt hier geen beschuldiging in die door [x] is geuit of die zij zich eigen heeft gemaakt.
wethouder weggestuurd na onvolledigheid bij jaarstukken"de volgende passages waar [appellant] problemen mee heeft:
"Die steun was er afgelopen dinsdag niet. De jaarrekening, het jaarverslag en de bijbehorende documenten waren niet compleet, maar moeten formeel wel voor 15 juli worden vastgesteld. Dat is nu gebeurd, maar de inhoudelijke behandeling volgt pas in september. Voor de gemeenteraad het zoveelste incident met [appellant] . De zoveelste (kleine) affaire die aan het vertrouwen van de raad knaagt. De druppel die de emmer deed overlopen (…)".
bewustin een nadelig daglicht heeft gesteld. Niet gebleken is dat er feiten zijn weggelaten die van zodanig belang zijn dat de publicatie – ondanks het feit dat hetgeen wel beschreven is juist is – onrechtmatig is jegens [appellant] . Evenmin is gebleken dat de publicatie daardoor in strijd is met de waarheid en alleen daarom al onrechtmatig jegens [appellant] (het door [appellant] zogenoemde “waarheidscriterium”).
enkele affaires, op vakantie gestuurd, zoveelste kleine affaire, de druppel die de emmer deed overlopen”bewust door [x] negatief is weggezet en de suggestie van de volgende in een reeks die er niet is geweest. Het hof onderschrijft dit niet. Uit de publicatie blijkt voldoende duidelijk dat de suggesties zijn gedaan in de context van de lange politieke loopbaan van [appellant] waarin zich een aantal naar het oordeel van [x] nieuwswaardige omstandigheden hebben voorgedaan. Voldoende duidelijk is dat de door [x] gekozen bewoordingen “
enkele affaires, op vakantie gestuurd, zoveelste kleine affaire, de druppel die de emmer deed overlopen”de duiding weergeven die zij aan de in het artikel genoemde gebeurtenissen geeft en die zij daaraan in het licht van al het voorgaande heeft mogen aanbrengen.
moest in juli vorig jaar weg als wethouder van [plaats] , nadat de gemeenteraad het vertrouwen in hem opzegde”en dat strookt met de strekking van het opiniërend artikel, namelijk dat in 2017 75 wethouders – waaronder [appellant] – om politieke redeneren moesten vertrekken. De gekozen bewoordingen – wethouders die “onderuit” gingen – zijn voorbehouden aan de schrijver van het stuk.