ECLI:NL:GHSHE:2022:3221
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een vordering tot aanwijzing van een noodweg op basis van artikel 5:57 BW
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vordering van [appellant] tot aanwijzing van een noodweg op basis van artikel 5:57 van het Burgerlijk Wetboek. De zaak betreft een geschil tussen [appellant], eigenaar van perceel [X 2], en [geïntimeerden], eigenaren van perceel [X 1]. [Appellant] vorderde dat het hof zou oordelen dat hij recht heeft op een noodweg over het perceel van [geïntimeerden] om zijn perceel te kunnen bereiken. In eerste aanleg had de rechtbank de vorderingen van [geïntimeerden] toegewezen en de vordering van [appellant] afgewezen, omdat niet was komen vast te staan dat [appellant] zonder de noodweg geen behoorlijke exploitatie van zijn perceel kon realiseren.
In hoger beroep heeft het hof de grieven van [appellant] beoordeeld. Het hof oordeelde dat de noodzaak voor [appellant] om over het perceel van [geïntimeerden] te gaan niet voldoende was onderbouwd. Het hof heeft vastgesteld dat [appellant] in staat was om zijn perceel te bereiken via een gemeentelijke ontheffing, die hem toestond om twee keer per jaar zijn perceel te benaderen voor onderhoud. Het hof concludeerde dat de belangen van [geïntimeerden] om vrij te blijven van overlast en schade zwaarder wogen dan de belangen van [appellant].
Daarom heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en [appellant] in de proceskosten van het hoger beroep veroordeeld. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging bij de toewijzing van vorderingen tot aanwijzing van een noodweg.