Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Waar het in deze zaak over gaat
2.De procedure bij de rechtbank
3.Het procesverloop in hoger beroep
4.De vordering in hoger beroep
5.De beoordeling in hoger beroep
€ 2.031,00(1 punt x tarief IV á € 2.031,00)
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om de vraag of [appellant] onrechtmatig heeft gehandeld jegens Provinzial Rheinland, nadat een Mercedes Benz, die door de verzekeringnemer was verzekerd tegen diefstal, op 19 september 2017 werd gestolen. Provinzial Rheinland heeft de verzekeringnemer schadeloos gesteld met een bedrag van € 55.312,18, de nieuwwaarde van de auto. De auto werd later in gestripte toestand aangetroffen, waarbij [appellant] op het terrein aanwezig was en op heterdaad werd aangehouden op verdenking van heling. Provinzial Rheinland heeft de onderdelen van de auto verkocht voor € 19.613,45.
In eerste aanleg vorderde Provinzial Rheinland van [appellant] een schadevergoeding van € 40.822,13, welke door de rechtbank Limburg werd toegewezen. [appellant] ging in hoger beroep, waarbij hij betwistte dat hij onrechtmatig had gehandeld. Het hof oordeelde dat de Nederlandse rechter rechtsmacht had, omdat de onrechtmatige daad in Nederland had plaatsgevonden. Het hof concludeerde dat [appellant] de auto had geheeld, wat een onrechtmatige daad vormt tegenover de rechthebbende. De stellingen van [appellant] dat er geen causaal verband zou zijn tussen de heling en de schade werden verworpen.
Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en oordeelde dat [appellant] de schade van € 35.698,73 aan Provinzial Rheinland moest vergoeden, wat het verschil is tussen de schadevergoeding en de opbrengst van de onderdelen. Tevens werd [appellant] veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, vastgesteld op € 4.137,00. Het arrest werd uitgesproken op 30 augustus 2022.