ECLI:NL:GHSHE:2022:2646

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
9 juni 2022
Publicatiedatum
27 juli 2022
Zaaknummer
BKDH-21/00806bis
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Herziening van de heffing van griffierecht in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 9 juni 2022 uitspraak gedaan ter herstel van een eerdere uitspraak van 24 mei 2022, met nummer BKDH-21/00806. De zaak betreft een hoger beroep van de inspecteur van de Belastingdienst tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 16 juli 2021. Het Hof heeft vastgesteld dat in het dictum van de uitspraak van 24 mei 2022 abusievelijk een verkeerd bedrag aan griffierecht was vermeld. In plaats van het eerder genoemde bedrag van € 519, dient het juiste bedrag € 541 te zijn, zoals ook blijkt uit de uitspraak zelf. Het Hof heeft besloten deze verbetering door te voeren.

De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van het Team Belastingrecht van het Gerechtshof, zittingsplaats Den Haag. De beslissing is in het openbaar uitgesproken en is ondertekend door de rechters, waarbij mr. Kroon de ondertekening heeft verricht wegens verhindering van de voorzitter. De griffier, J. Azmi Shenouda, was ook aanwezig bij de uitspraak. De verbetering van de eerdere uitspraak is aangetekend aan de betrokken partijen verzonden, waarbij het Hof de misslag in de uitspraak van 24 mei 2022 heeft gecorrigeerd en de verbetering op de minuut van die uitspraak heeft gesteld.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH

Zittingsplaats Den Haag
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BKDH-21/00806bis
Uitspraak van 9 juni 2022 ter herstel van de uitspraak van 24 mei 2022
in het geding tussen:
de inspecteur van de Belastingdienst, de Inspecteur,
(vertegenwoordiger: […] )
en
[X]te [Z] , belanghebbende,
(gemachtigde: T.G. van Laarhoven)
gedaan ter verbetering van de uitspraak van dit Hof van 24 mei 2022 met nummer BKDH-21/00806, inzake het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (de Rechtbank) van 16 juli 2021, nummer BRE 20/7159.

1.De uitspraak in het hoger beroep

1.1.
Het is het Hof gebleken dat in het dictum van de uitspraak van 24 mei 2022 abusievelijk staat vermeld dat het Hof van de Inspecteur een bedrag van € 519 aan griffierecht heft voor de behandeling van het hoger beroep. Het juiste bedrag is € 541, zoals ook blijkt uit het vermelde onder 6.4 van de uitspraak.
1.2.
Het Hof zal de verbetering doorvoeren zoals in 1.1 is vermeld.

2.Beslissing

Het Hof:
  • verbetert de hierboven vermelde misslag in de uitspraak van 24 mei 2022, nummer BKDH-21/00806, en
  • stelt de verbetering op de minuut van die uitspraak.
Deze uitspraak is vastgesteld door Chr.Th.P.M. Zandhuis, H.A.J. Kroon en T.A. de Hek , in tegenwoordigheid van de griffier J. Azmi Shenouda. De beslissing is op 9 juni 2022 in het openbaar uitgesproken.
Wegens verhindering van de voorzitter is de uitspraak ondertekend door mr. Kroon.
aangetekend aan
partijen verzonden: