Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Hydrauvision Systems B.V.,
Autoschade Rida [locatie] B.V.,
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 14 september 2021;
- een formulier H3 namens [appellant] van 6 december 2021 met producties;
- een formulier H3 namens [appellant] van 7 december 2021 met producties;
- een brief namens Hydrauvision en Rida van 7 december 2021;
- een brief namens Hydrauvision en Rida van 14 december 2021 met producties;
- de mondelinge behandeling op 21 december 2021, waarbij de advocaten van partijen gebruik hebben gemaakt van spreekaantekeningen, die aan het hof zijn overgelegd, en waarbij de genoemde producties in het geding zijn gebracht.
6.De verdere beoordeling
- Hoe waarschijnlijk kan de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid worden geacht?
- Hoe groot is de kans dat daaruit ongevallen ontstaan?
- Hoe ernstig kunnen de gevolgen zijn?
- Hoe bezwaarlijk zijn de te nemen veiligheidsmaatregelen?
envanwege de korte gebruiksduur of de bestaande kenmerken van de arbeidslocatie. In dit geval is niet gebleken dat of waarom het gebruik van een ander, veiliger eenvoudig arbeidsmiddel (te weten: een langere haak voor het ophangen van de slangbreukventielen) niet gerechtvaardigd zou zijn geweest. Het voorgaande brengt naar het oordeel van het hof met zich dat Hydrauvision voor het verrichten van de arbeid niet zodanige maatregelen heeft getroffen dat kon worden voorkomen dat [appellant] in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade heeft geleden. Het hof is van oordeel dat dit geldt in alle mogelijke (en nu nog niet heldere) omstandigheden, dus ongeacht de vraag of [appellant] zich nu op 100 cm of 50 cm van de vloer bevond en ongeacht de vraag of hij nu gebruik maakte van een regelmatig gekeurde trap of ladder, dan wel een rolsteiger.