In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 1 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vraag of de belanghebbende recht heeft op vooraftrek van omzetbelasting op de bouwkosten van zijn woning, waarin niet-geïntegreerde zonnepanelen zijn geplaatst. De belanghebbende heeft in 2016 de bouw van zijn woning gestart en deze is opgeleverd op 19 december 2017. Bij de bouw zijn aanzienlijke bedragen aan omzetbelasting in rekening gebracht, zowel voor de woning als voor de zonnepanelen. De inspecteur van de belastingdienst heeft een teruggaaf van omzetbelasting verleend, maar de belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de hoogte van deze teruggaaf, met name met betrekking tot de vooraftrek van de omzetbelasting op de bouwkosten.
Het hof heeft geoordeeld dat er geen rechtstreeks en onmiddellijk verband bestaat tussen de bouwkosten van de woning en de levering van energie aan de energiemaatschappij. De belanghebbende heeft niet aangetoond dat de kosten van de woning zijn verdisconteerd in de prijs die hij ontvangt voor de geleverde energie. Het hof concludeert dat de belanghebbende de kosten voor de woning ook zonder de zonnepanelen zou hebben gemaakt, en dat er dus geen recht op vooraftrek bestaat. De uitspraak van de rechtbank, die het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaarde, is bevestigd. Het hof heeft geen aanleiding gezien om het griffierecht te vergoeden of om de proceskosten te vergoeden.