ECLI:NL:GHSHE:2021:23
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek tot gelasten van voorlopig getuigenverhoor in letselschadezaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 7 januari 2021 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure. De appellante, [BV] BV, heeft een verzoek ingediend tot het gelasten van een voorlopig getuigenverhoor. Dit verzoek volgde op een eerdere rechtszaak waarin [geïntimeerde] aansprakelijkheid had gesteld voor letselschade na een bedrijfsongeval op 28 juni 2016. De rechtbank Oost-Brabant had in een eindvonnis van 18 juni 2020 geoordeeld dat [appellante] aansprakelijk was voor de schade van [geïntimeerde].
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 22 september 2020 was ingediend, gevolgd door een verweerschrift van [geïntimeerde] en repliek en dupliek van beide partijen. Het hof heeft vastgesteld dat partijen instemden met het afzien van een mondelinge behandeling. De kern van het verzoek was dat [appellante] getuige [getuige 2] alsnog wilde horen, nadat deze niet was verschenen tijdens de eerdere zitting.
Het hof overwoog dat een voorlopig getuigenverhoor niet alleen dient om bewijs te verkrijgen, maar ook om partijen in staat te stellen hun procespositie beter te beoordelen. Het hof oordeelde dat [appellante] voldoende belang had bij het horen van getuige [getuige 2] en dat het verzoek aan de formele vereisten voldeed. Het hof wees het verzoek toe en bepaalde dat het getuigenverhoor zou plaatsvinden onder leiding van raadsheer-commissaris mr. A.L. Bervoets. De uitspraak benadrukt het belang van het verkrijgen van opheldering over feiten in het kader van een hoger beroep.