GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Wrakingskamer
registratienummer wraking 200.279.971/01
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakings- en verschoningsverzoeken,
inzake het verzoek tot wraking als bedoeld in artikel 8:16 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van 22 juni 2020
met kenmerk [kenmerk 1] ,
[verzoeker 1] BV,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
in het hoger beroep tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 20 september 2018, nummer [nummer 1] ,
met kenmerk [kenmerk 2] ,
[verzoeker 2] ,
wonende te [woonplaats] ,
in het hoger beroep tegen de uitspraak van de Rechtbank van 2 november 2018, nummer [nummer 2] ,
met kenmerk [kenmerk 3] ,
[verzoeker 3] BV,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
in het hoger beroep tegen de uitspraak van de Rechtbank van 2 november 2018, nummer [nummer 3] ,
met kenmerk [kenmerk 4] ,
[verzoeker 4] h.o.d.n. [naam 1] ,
wonende te [woonplaats] ,
in het hoger beroep tegen de uitspraak van de Rechtbank van 2 november 2018, nummer [nummer 4] ,
met kenmerk [kenmerk 5] tot en met [kenmerk 6] ,
[verzoeker 5] BV,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
in het hoger beroep tegen de uitspraken van de Rechtbank van 3 augustus 2018, nummers [nummer 5] , [nummer 6] , [nummer 7] en [nummer 8]
met kenmerk [kenmerk 7] ,
[verzoeker 6] BV,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
in het hoger beroep tegen de uitspraak van de Rechtbank van 2 november 2018, nummer [nummer 9] ,
met kenmerk [kenmerk 8] ,
[verzoeker 7] BV,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
in het hoger beroep tegen de uitspraak van de Rechtbank van 2 november 2018, nummer [nummer 10] ,
met kenmerk [kenmerk 9] ,
[verzoeker 8] ,
wonende te [woonplaats] ,
in het hoger beroep tegen de uitspraak van de Rechtbank van 2 november 2018, nummer [nummer 11] ,
met kenmerk [kenmerk 10] ,
[verzoeker 9] h.o.d.n. [naam 2] ,
wonende te [woonplaats] ,
in het hoger beroep tegen de uitspraak van de Rechtbank van 2 november 2018, nummer [nummer 12] ,
hierna samen te noemen: verzoekers,
gemachtigde in alle zaken: A.F.M.J. Verhoeven ,
de inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de Inspecteur,
strekkende tot wraking van mrs. T.A. Gladpootjes en J.M. van der Vegt, raadsheren in het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch, en M.H.P. Groenland, raadsheer-plaatsvervanger in het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch, hierna samen te noemen: de raadsheren.