6.17.Het hof heeft in dat arrest overwogen:
“23.12.
[geïntimeerde] heeft gewezen op een aantal producties (23.1 (d) hiervoor). Hij is er nog eens op ingegaan bij memorie na enquête. Het komt op het volgende neer.
a.
a) Dexia heeft vanaf 2007 een memorandum gevoegd bij haar processtukken in veel zaken. Daarin staat dat tussenpersonen doorgaans beleggingsadvies gaven en een adviseursrol hadden (memorie na enquête, 26 en verder).
b) Bank Labouchère heeft jaarverslagen gepubliceerd over het jaar 1998. Daarin staat dat de leaseproducten zijn gericht op spaarders en beleggers die behoefte hebben aan persoonlijk advies door een onafhankelijke intermediair (memorie na enquête, 35 en verder).
c) Bank Labouchère publiceerde destijds een tekst op haar website en deed nadere uitlatingen, waaruit blijkt dat zij de tussenpersoon beschouwde als financieel adviseur (memorie na enquête, 37-38).
d) De STE heeft destijds laten weten dat zelden niet werd geadviseerd (brief van 5 februari 2002 aan effecteninstellingen, memorie na enquête, 48).
e) De directie heeft in de krant in 1998 gezegd dat de tussenpersonen adviseren (memorie na enquête, 49).
f) [accountmanager Dexia destijds] (accountmanager Dexia destijds) heeft in een interview verklaard over advisering en zijn wetenschap daarvan (memorie na enquête, 50-51, 55). [accountmanager Dexia destijds] had destijds als accountmanager Spaar Select in zijn portefeuille (61).
g) [een andere accountmanager bij Dexia destijds] , een andere accountmanager bij Dexia destijds, heeft verklaard over persoonlijke advisering door tussenpersonen en zijn wetenschap (memorie na enquête, 52).
h) [getuige 2] , een andere accountmanager bij Dexia destijds, heeft verklaard over instructies voor tussenpersonen met betrekking tot producten en over zijn wetenschap van advisering om overwaarde te investeren (memorie na enquête, 52).
i.
i) [voormalig directielid Dexia], voormalig directielid Dexia, heeft verklaard dat de directie van Dexia de jaarverslagen onderschreef, waaruit blijkt dat tussenpersonen onafhankelijke financiële adviseurs waren die de effectenleaseproducten verkochten met persoonlijke advisering (memorie na enquête, 53).
j) [destijds accountmanager bij Bank Labouchere] , destijds accountmanager bij Bank Labouchère, heeft verklaard nooit te hebben gesproken over of een cliëntenremisier mocht adviseren over een leaseproduct. Kennelijk liet [destijds accountmanager bij Bank Labouchere] tussenpersonen daarin vrij (memorie na enquête, 62).
k) [getuige 2] , voormalig medewerker bij Dexia, heeft verklaard tegen tussenpersonen te hebben gezegd dat zij niet moesten adviseren over welke aandelen een juiste of onjuiste keuze zouden zijn (memorie na enquête, 64-74). [getuige 2] wist (volgens [geïntimeerde] ) wel dat tussenpersonen adviseerden leaseproducten af te nemen.
l) E-mailverkeer tussen [medewerker van spaar select] (Spaar Select) en [accountmanager Dexia destijds] (Dexia) maakt duidelijk dat er veel contact was (memorie na enquête, 80).”