2.3.3Eindconclusie
Hoewel de bestaande betonvloer in het voorste gedeelte (zonder bovenbelasting uit wanden) wel in staat is deze belastingen eenzijdig af te dragen langs de kelderbak wordt de vloer in totaliteit beoordeeld en van daar uitNIETconstructief veilig geacht. Dit vanwege enerzijds de zeer slechte staat waarin het gemetselde gewelf zich bevind. Anderzijds dat de betonvloer niet eenzijdig in staat is de belastingen uit de bovenbouw ter plaatse van de badkamer en toiletruimte af te dragen langs de kelder.
De reden voor het (nog) verkrijgen van evenwicht heeft met diverse toevalligheden te maken en is constructief niet aan te tonen. Als het evenwicht, om welke reden dan ook, plaatselijk verstoord wordt kan dit leiden tot instabiliteit van het volledige gewelf, wat in het gunstigste geval instorting van (deels) de begane grondvloer tot gevolg heeft, en in het ergste geval de bestaande dragende funderingsstroken zich opnieuw gaan zetten ten gevolge van het verplaatsen van de grond rondom de funderingsvoet (vanwege het inklappen van ook de bestaande kelderwanden). Dit laatst genoemde kan leiden tot grote verzakkingen van het pand met alle gevolgen van dien. (…)”
Het rapport van [Bouwmanagement] (productie 1 bij mva) vermeldt onder andere het volgende.
“Algemene constateringen in de bezinkput:
(…)
7. De bezinkput bestaat uit een vloer met opgemetselde wanden en een dek in gewelfvorm welke is uitgevoerd met klinkers (1 gewelf in de lengterichting van de kelder).
8. De vloer en de wanden zijn tot ca 1,0 m hoogte :“afgestuukt” met waterdichte mortel (Pudio*)
9. Er blijkt niets van instortingsgevaar, het gewelf ziet er, behoudens een aantal loshangende stenen rond aanwezige afvoerleidingen, nog stevig uit en er is geen enkele scheurvorming aanwezig
10. Sinds het leeg zuigen van de bezinkput op 15-10-2018 is geen enkele steen uit het gewelfde dek gevallen althans deze zijn niet aanwezig
14. Op een aantal plaatsen zijn, ten behoeve van de aanleg van de inkomende afvoerleidingen in 1990, één of meerder stenen uit het gewelfde dek gehakt en in ieder geval voor een deel in de bezinkput gevallen.
16. Het gat in het gewelf onder de badkamer (hof: door Veldhuis gemaakt) veroorzaakt geen instortingsgevaar van het gewelf ter plaatse. Rondom dit gat is de gehele gewelfconstructie van de bezinkput nog volledig in tact.
17. Boven dit gat was de betonvloer van de badkamer aanwezig welke zorg heeft gedragen voor een stabiele draagconstructie als samenspel tussen gewelf en beton van de badkamervloer.
19. De destijds gestorte begane grondvloer ter plaatse van de aanwezige toiletten overspant de 2 grootste gaten waardoor een constructief samenspel is ontstaan tussen gewelf en het beton. Na 1990 is hier geen nieuwe leiding ingevoerd zo blijkt uit de foto’s en de aanwezigheid van de bovenliggende betonvloer waarin geen nieuwe aansluitingen aanwezig zijn / zichtbaar zijn aangebracht.
Bouwkundig / constructieve staat bezinkput en bovenliggende vloer(en):
1. De gewelfde kelder is gezien de bouwwijze aangebracht onder de oude boerderij tijdens de bouw daarvan. Volgens de verkoopbrochure zou dit medio 1930 zijn.
2. De geconstateerde doorvoeren naar de bezinkput vanaf de boven gelegen begane grondvloer geven geen aanleiding om te twijfelen aan de constructieve sterkte van het gewelf dan wel de bezinkput zelf.
3. De bovenliggende, medio 1990 gestorte betonvloer, vormt een constructief samenspel met de gewelfconstructie van de bezinkput waardoor afdracht van bovenbelasting via het gewelf op normale wijze plaats kan vinden (…)
4. De begane grondvloer alsmede de daarop aangebrachte scheidingswanden vertonen geen enkele scheurvorming of andere gebreken die zouden kunnen wijzen op constructieve problemen.
5. Er is geen instortingsgevaar dan wel instabiliteit geconstateerd.
6. Het is het overwegen waard de losse en ontbrekende stenen in de gewelfconstructie, nu de gelegenheid is gecreëerd de bezinkput te betreden, te herstellen. Constructieve noodzaak daartoe is niet aangetoond, vide de gemaakte berekeningen door JV2 Bouwadvies in opdracht van dhr. [appellant] (hof: lees [geïntimeerde] )
Bijlage 2 Beoordeling Productiestukken en Memorie
71. Volgens de factuur van [deskundige] (productie 3) zou er een Rapportage Herstelwerkzaamheden zijn opgesteld. Deze ontbreekt echter in de Producties bij de Memorie van Grieven en kan derhalve niet worden getoetst.”
Het bij de pleitaantekeningen van [appellanten c.s.] overlegde rapport van [deskundige] (productie 8 bij de pleitaantekeningen) vermeldt onder andere het volgende.
De vloer wordtNIETconstructief veilig geacht.
De berekening toont aan in beide situaties dat aanwezige wapening niet in staat is de optredende belastingen, zoals beschreven in de vigerende normen, af te dragen.
Vanwege enerzijds de zeer slechts staat waarin het gemetselde gewelf zich bevind, en anderzijds dat de betonvloer niet eenzijdig in staat is de belastingen uit de bovenbouw af te dragen langs de kelder. De constructieve veiligheid kan in de huidige situatie niet worden gewaarborgd (bij maximaal belasten van de vloer). Derhalve wordt geadviseerdALLEruimtes boven de gemetselde mestkelder buiten gebruik te stellen totdat herstelwerkzaamheden zijn aangebracht.
De mogelijke reden voor het (nog) verkrijgen van evenwicht heeft wellicht met diverse toevalligheden te maken en is constructief moeilijk te onderbouwen. Een positief effect op het draagvermogen van de vloer is de eventuele schijfwerking van de gemetselde wanden in combinatie met een belastingafdracht in lengterichting van de kelder. Het gewelf is namelijk op plaatsen waar deze nog intact is, wel in staat belastingen uit de bovenbouw op te nemen en af te dragen.
Daarbij wordt de vloer momenteel nauwelijks belast door veranderlijke belastingen als personen (en/of) licht scheidingswerk.
Als het evenwicht, door bijvoorbeeld overschrijding van de belastingen in gebruikssituatie (vastgelegd in NEN-EN 1991-1-1 + NB), plaatselijk verstoord wordt kan dit leiden tot instabiliteit van het volledige gemetselde gewelf (…)”