ECLI:NL:HR:2019:1606

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 oktober 2019
Publicatiedatum
17 oktober 2019
Zaaknummer
18/02864
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over non-conformiteit in koopovereenkomst en klachtplicht

In deze zaak heeft [eiseres] B.V. cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 3 april 2018 is gewezen. De zaak betreft een koopovereenkomst waarbij de vraag aan de orde is of er sprake is van non-conformiteit en of de klachtplicht, zoals vastgelegd in artikel 6:89 en 7:23 van het Burgerlijk Wetboek, is nageleefd. De Hoge Raad heeft de zaak op 18 oktober 2019 behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem, die strekte tot verwerping van het cassatieberoep, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiseres] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 2.049,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer18/02864
Datum18 oktober 2019
ARREST
In de zaak van
[eiseres] B.V., voorheen [eiseres] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
hierna: [eiseres],
advocaat: mr. J. de Jong van Lier,
tegen
Philip Edward Marcel SCHOL, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [betrokkene 1] , voorheen h.o.d.n. [A] ,
kantoorhoudende te Enschede,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de curator,
advocaat: mr. J.H.M. van Swaaij.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/08/153087/HA ZA 14-127 van de rechtbank Overijssel van 11 februari 2015, 29 april 2015, 30 september 2015 en 15 juni 2016;
b. het arrest in de zaak 200.198.504 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 3 april 2018.
[eiseres] heeft tegen het arrest van het gerechtshof beroep in cassatie ingesteld. De curator heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor de curator mede door mr. J.M. Moorman.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiseres] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de curator begroot op € 2.049,34, aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.J. Kroeze en C.H. Sieburgh, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer C.E. du Perron op
18 oktober 2019.