Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling
Verder verwacht het hof dat, los van de uitkomst van deze procedure en de bodemprocedure, verzoekers geen rechten verspelen door thans in te gaan op de door de Staat geboden mogelijkheid aan de RIVM-onderzoekers al de vragen voor te leggen als in de onderhavige procedure beoogd (zie in het bijzonder de brief van 26 december 2018). Het is zonder meer denkbaar dat nadere antwoorden door het RIVM de getroffen medewerkers beter in staat zullen stellen nadere stappen te ondernemen of ter zake beslissingen te nemen.
De onderhavige procedure is verder een formele procedure die in de marge van de bodemprocedure aanhangig is gemaakt en die naar haar aard niet geschikt is op alle aspecten van de onderhavige kwestie in te gaan.
Het hof zal thans het verzoek conform het wettelijk kader beoordelen.
4 2018/143(p.146)).