ECLI:NL:GHSHE:2019:3442

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
17 september 2019
Publicatiedatum
17 september 2019
Zaaknummer
200.232.355_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake non-conformiteit bij de koop van een tweedehands auto

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een consument, [appellante], die een tweedehands auto heeft gekocht van Occasion Centrum. De auto, een tien jaar oude Toyota Aygo, vertoonde na aankoop verschillende gebreken, waardoor [appellante] zich genoodzaakt voelde om de verkoper te benaderen voor een oplossing. Na meerdere klachten en een aankoopkeuring door Kwik-Fit, waarbij ernstige gebreken werden vastgesteld, heeft [appellante] de verkoper verzocht de auto te repareren of te vervangen. De kantonrechter heeft in eerste aanleg de vordering van [appellante] afgewezen, wat leidde tot het hoger beroep.

Het hof heeft in zijn beoordeling gekeken naar de klachtplicht van de koper, zoals vastgelegd in artikel 7:23 BW. Het hof oordeelde dat [appellante] niet tijdig had geklaagd over de gebreken aan de auto na de reparatie door Occasion Centrum. Dit gebrek aan tijdige communicatie heeft geleid tot een benadeling van de bewijspositie van de verkoper. Het hof concludeerde dat [appellante] haar recht om zich te beroepen op non-conformiteit had verzaakt, omdat zij niet binnen een redelijke termijn na de tweede controle door Kwik-Fit had geklaagd. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde [appellante] in de kosten van het hoger beroep.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Team Handelsrecht
zaaknummer 200.232.355/01
arrest van 17 september 2019
in de zaak van
[appellante],
wonende te [woonplaats] ,
appellante,
hierna aan te duiden als:
[appellante],
advocaat: mr. A.H.A. Beijersbergen van Henegouwen te Utrecht,
tegen
de vennootschap onder firma
Occasion Centrum [vestigingsnaam],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als:
Occasion Centrum,
advocaat: mr. L.G.M. Delahaije te Breda,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 27 maart 2018 in het hoger beroep van het door de kantonrechter in de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats Eindhoven, onder zaak-/rolnummer 5791399 17-2470, gewezen vonnis van 2 november 2017.

5.Het verdere verloop van de procedure

5.1.
In het tussenarrest van 27 maart 2018 is een comparitie bepaald, welke geen doorgang heeft gevonden.
5.2.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep van 22 januari 2018, met drie grieven;
- de memorie van antwoord.
5.3.
Vervolgens heeft [appellante] de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

6.De beoordeling

De vaststaande feiten
6.1.
In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
6.1.1.
Op 27 oktober 2016 heeft [appellante] van Occasion Centrum een tien jaar oude
Toyota Aygo (hierna: de auto), kenteken [kenteken] , gekocht en geleverd gekregen tegen een koopprijs van € 3.400,00. Partijen hebben afgesproken dat naast de auto en bijbehorende sleutels ook het onderhoudsboekje meegeleverd wordt.
6.1.2.
In de periode 28 oktober 2016 tot en met 20 december 2016 heeft [appellante] een aantal keer telefonisch contact opgenomen met Occasion Centrum.
6.1.3.
Bij e-mailbericht van 20 december 2016 heeft [appellante] aan Occasion Centrum onder meer medegedeeld:
“(…) Op 27 oktober 2016 kochten wij bij u een auto. (...)
Ondanks de beloften en toezeggingen uwerzijds, voldoet de auto niet aan de verwachtingen die men ervan mag hebben. Met deze mail vraag ik u om een oplossing voor het probleem.
Wat is het probleem?
De auto start sinds gisteren niet meer (...).
Al vanaf het begin, zoals ik met de heer [naam] heb besproken zijn er erg veel problemen, zo hebben wij tot 10 keer moeten bellen naar uw Occasion Centrum (…) om de onderhoudsboekjes te krijgen (...), na meerdere telefoontjes zouden deze onderhoudsboekjes zijn opgetuurd naar ons, terwijl ik alleen maar een gebruiksaanwijzing in het Duits ontving maar geen onderhoudsboekjes (...).
De klachten van de auto zijn zelf nu zo erg dat de auto bij het wegrijden bij het stoplicht afslaat en vervolgens niet wilt starten wat tot zéér gevaarlije situaties heeft geleidt, auto slaat af bij het wegrijden en wilt (terwijl ik al half op de rijbaan sta niet meer opstarten), hierbij ben ik bijna aangereden door een andere auto terwijl ik met mijn kinderen in de auto zat!! Zeer ongevaarlijk dus!! Ik was dan ook erg boos toen ik jullie hierover belde en mijn verhaal werd weggewuifd en dat de auto zoiets niet kon doen!!
Ook is er een probleem bij het in zijn achteruitrijden (...), komt er ook nog bij dat de auto bij redelijk weer pas na 2 keer wilt starten, afslaat bij het wegrijden en nu sinds gisteren de auto helemaal niets meer doet (…). (…)
Ik ben erg boos en teleurgesteld want deze auto heeft mijn vertrouwen er in erg beschadigd, al zou de auto het nu doen ikdurfer niet meer mee te rijden omdat ik al een aantal keer voor gevaarlijke situaties ben komen te staan voor deze ondeugdelijke auto (...).
Ik heb de auto normaal gebruikt en ik ben van mening dat deze problemen nog niet hadden mogen ontstaan, gelet op de leeftijd en de aanschafprijs, de kilometerstand etc etc... (…)
Wat verwacht ik van u?
Zoals hierboven staat, zijn er twee opties om het probleem op te lossen:
  • de auto kosteloos repareren; of
  • een nieuwe/andere auto geven.
Ik verzoek u (…) om een oplossing binnen 4 weken, dus inclusief de reparatie/vervanging!! (…)”.
6.1.4.
Bij e-mail van diezelfde dag heeft Occasion Centrum gereageerd op de e-mail van [appellante] en haar laten weten:
“(…) Wij kunnen u aanbieden om de auto kosten loos te laten repareren.
Wel moet u dan zorgen dat de auto bij ons gebracht en gehaald wordt.
Verder kan ik u aanbieden dat u de auto kan inruilen voor een andere auto die wij aanbieden. U zou dan uw aankoopbedrag aan inruil terug krijgen mits deze in de zelfde optische staat is zoals geleverd.
Dit zou begin Januari mogelijk zijn. (…)”.
6.1.5.
Partijen hebben daarna opnieuw contact gehad en Occasion Centrum heeft aangeboden de auto op te halen bij [appellante] . Bij e-mailbericht van 28 december 2016 heeft de advocaat van Occasion Centrum aan [appellante] bevestigd dat Occasion Centrum heeft
aangeboden de auto te repareren en de auto op 4 of 5 januari 2017 voor reparatie op te halen.
6.1.6.
Op 3 januari 2017 heeft [appellante] de auto naar een filiaal van Kwik-Fit gebracht. Kwik-Fit heeft een aankoopkeuring uitgevoerd. De resultaten van deze keuring zijn door Kwik-Fit op een daartoe bestemd formulier ingevuld. Op het formulier staat onder meer vermeld dat de accu versleten is, dat de CO2-uitstoot te hoog is en dat meerdere beugels van het uitlaatsysteem gebroken en/of geroest zijn. Dit formulier is ook aan (de advocaat van) Occasion Centrum toegezonden.
6.1.7.
Nadat er opnieuw overleg tussen partijen had plaatsgevonden, heeft Occasion Centrum de auto op 16 januari 2017 ter reparatie bij [appellante] opgehaald. Op 19 januari 2017 hebben partijen overleg gevoerd over het terugbrengen van de auto, waarna Occasion Centrum de auto terug heeft gebracht naar het filiaal van Kwik-Fit waar de aankoopkeuring is uitgevoerd.
6.1.8.
Vlak voor of op 27 juli 2017 heeft [appellante] de auto opnieuw naar Kwik-Fit gebracht, waarna Kwik-Fit reparaties aan de auto heeft uitgevoerd. Kwik-Fit heeft in dat verband een factuur van 27 juli 2017 ten laste van [appellante] opgesteld ten bedrage van
€ 914,00. Op deze factuur staat onder meer vermeld:
“(…)Adviespunten direct te vervangen:
Katalysator inwendig los waarvan resonantie hoorbaar midden en achter demper beugels van versleten en afgebroken dit is in de aankoopkeuring van januari ook gezien co was erg hoog dit kan de katalysator hebben beschadigd.”
Eerste aanleg
6.2.
[appellante] heeft in eerste aanleg na vermeerdering van eis, samengevat, gevorderd:
i. i)
primair:
- vast te stellen dat er sprake is van non-conformiteit ex artikel 7:17 BW;
- de tussen partijen gesloten koopovereenkomst te ontbinden, met dien verstande dat Occasion Centrum de auto weer terug zal moeten innemen onder de verplichting het aankoopbedrag van € 3.400,00 aan [appellante] terug te betalen;
- Occasion Centrum te veroordelen tot betaling van schadevergoeding groot € 2.219,89, te vermeerderen met de wettelijke rente;
ii)
subsidiair:
- vast te stellen dat Occasion Centrum een onrechtmatige daad en een wanprestatie heeft geleverd jegens [appellante] ;
- Occasion Centrum te veroordelen tot betaling van schadevergoeding groot € 2.219,89, te vermeerderen met de wettelijke rente;
iii)
zowel primair als subsidiair:
- Occasion Centrum te veroordelen in de kosten van dit geding.
6.3.
Occasion Centrum heeft verweer gevoerd.
6.4.
Bij het bestreden vonnis heeft de kantonrechter de vordering van [appellante]
afgewezen, met veroordeling van [appellante] in de proceskosten en de nakosten, vermeerderd
met de wettelijke rente.
Hoger beroep
6.5.
[appellante] heeft in hoger beroep gevorderd, kort gezegd, het bestreden vonnis te vernietigen en opnieuw recht doende:
i. i) vast te stellen dat er sprake is van non-conformiteit ex artikel 7:17 BW;
ii) de tussen partijen gesloten koopovereenkomst te ontbinden, met dien verstande dat Occasion Centrum de auto weer terug zal moeten innemen onder de verplichting het aankoopbedrag van € 3.400,00 aan [appellante] terug te betalen;
iii) vast te stellen dat Occasion Centrum een onrechtmatige daad en een wanprestatie heeft geleverd jegens [appellante] ;
iv) Occasion Centrum te veroordelen tot betaling van schadevergoeding groot € 1.305,89, te vermeerderen met de wettelijke rente;
v) Occasion Centrum te veroordelen in de kosten van beide instanties en in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
6.6.
Occasion Centrum heeft bij memorie van antwoord verweer gevoerd en geconcludeerd, kort gezegd, het bestreden vonnis te bekrachtigen en [appellante] niet-ontvankelijk te verklaren in haar beroep, althans [appellante] haar vorderingen te ontzeggen, met veroordeling van [appellante] in de kosten van het hoger beroep en de nakosten.
6.7.
Met de
eerste (ongenummerde) griefkomt [appellante] op tegen het oordeel van de kantonrechter dat haar geen beroep op non-conformiteit van de auto toekomt, waardoor er geen grond bestaat tot ontbinding van de koopovereenkomst. Met
grief 2klaagt [appellante] over de afwijzing van haar - in eerste aanleg subsidiaire - vordering om vast te stellen dat Occasion Centrum een onrechtmatige daad en wanprestatie heeft geleverd jegens [appellante] , alsook tegen de afwijzing van haar vordering tot schadevergoeding.
Grief 3is gericht tegen de proceskostenveroordeling in eerste aanleg.
6.8.
Op grond van het bepaalde in artikel 7:17 BW is de verkoper van een zaak verplicht een zaak te leveren die aan de overeenkomst voldoet. Dat is niet het geval wanneer de zaak, gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper daarover heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mag verwachten (non-conformiteit). De koper mag ten minste verwachten dat de afgeleverde zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik nodig zijn en waarvan de koper de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen.
Ingevolge het bepaalde in artikel 7:18 lid 2 BW wordt bij een consumentenkoop als de onderhavige vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord als de afwijking van het overeengekomene zich binnen een termijn van zes maanden na aflevering openbaart, tenzij de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet.
Beantwoordt het afgeleverde niet aan de overeenkomst, dan kan de koper ingeval van een consumentenkoop krachtens artikel 7:21 leden 1 en 4 BW onder meer herstel of vervanging van de afgeleverde zaak eisen, tenzij herstel of vervanging onmogelijk is of van de verkoper niet gevergd kan worden. Indien bij een consumentenkoop de verkoper niet binnen een redelijke tijd nadat hij daartoe door de koper schriftelijk is aangemaand, aan zijn verplichting tot herstel van de afgeleverde zaak heeft voldaan, is de koper ingevolge het bepaalde in artikel 7:21 lid 6 BW bevoegd het herstel door een derde te doen plaatsvinden en de kosten daarvan op de koper te verhalen.
6.9.
Vaststaat dat [appellante] in elk geval bij e-mail van 20 december 2016 heeft geklaagd over gebreken aan de auto, dat Kwik-Fit in opdracht van [appellante] op 3 januari 2017 een aankoopkeuring heeft uitgevoerd en dat de resultaten hiervan ook zijn toegezonden aan Occasion Centrum.
Anders dan [appellante] betoogt, volgt uit de e-mail van de advocaat van Occasion Centrum van 28 december 2016 dat Occasion Centrum, nadat [appellante] bij e-mail van 20 december 2016 had geklaagd over de auto, niet pas na de aankoopkeuring op 3 januari 2017, maar reeds vóór 28 december 2016 aan [appellante] heeft aangeboden de auto voor reparatie op te halen.
Niet in geschil is voorts dat Occasion Centrum de auto na overleg tussen partijen op 16 januari 2017 ter reparatie bij [appellante] heeft opgehaald en dat Occasion Centrum de auto op of omstreeks 19 januari 2017 terug heeft gebracht naar Kwik-Fit.
[appellante] stelt zich op het standpunt dat Kwik-Fit de auto na het herstel door Occasion Centrum op haar verzoek een tweede keer heeft gecontroleerd, waarbij Kwik-Fit volgens Adajaoun heeft vastgesteld dat de gebreken op zeer minimale wijze waren hersteld en dat de kans zeer reëel was dat zich binnen afzienbare tijd weer problemen zouden voordoen. Hiervan is door Kwik-Fit - aldus [appellante] - geen rapport opgemaakt.
Occasion Centrum heeft reeds in eerste aanleg onbetwist aangevoerd dat de advocaat van [appellante] bij e-mail van 7 februari 2017 aan (de advocaat van) Occasion Centrum te kennen heeft gegeven dat de nodige herstelwerkzaamheden
“zijn uitgevoerd en de auto uiteindelijk in een redelijke toestand was teruggebracht”.
Vaststaat dat [appellante] de auto vlak voor of op 27 juli 2017 opnieuw naar Kwik-Fit heeft gebracht. Volgens [appellante] heeft Kwik-Fit haar toen het dringende advies gegeven niet door te rijden met de auto. Vaststaat ook dat Kwik-Fit vervolgens reparaties aan de auto heeft uitgevoerd. Gesteld noch anderszins gebleken is dat Occasion Centrum hiervan eerder dan bij akte houdende wijziging/vermeerdering van eis van de zijde van [appellante] van 5 oktober 2017 op de hoogte is gebracht.
6.10.
[appellante] heeft haar stelling, dat Kwik-Fit bij een tweede controle in januari 2017 heeft vastgesteld dat de gebreken op zeer minimale wijze waren hersteld en dat de kans zeer reëel was dat zich binnen afzienbare tijd weer problemen zouden voordoen, niet nader onderbouwd. Dit had, zeker in hoger beroep en zeker gelet op de concrete en gemotiveerde betwisting van deze stelling door Occasion Centrum, wel op haar weg gelegen.
[appellante] voert weliswaar aan dat de betrokken medewerker van Kwik-Fit geen toestemming heeft gekregen om van de tweede controle een rapport op te maken en dat de medewerker en de vestigingsmanager van Kwik-Fit te kennen hebben gegeven niet te willen getuigen, maar dit dient voor haar rekening en risico te komen.
Nu [appellante] op dit punt niet aan de op haar rustende stelplicht heeft voldaan, komt het hof aan bewijslevering niet toe.
Niet is komen vast te staan dat de auto door Occasion Centrum in januari 2017 niet deugdelijk is hersteld.
6.11.
Daarbij komt dat een redelijke uitleg/toepassing van artikel 7:21 lid 6 BW - welke bepaling voor [appellante] de plicht met zich brengt Occasion Centrum een redelijke gelegenheid te bieden om herstel uit te voeren - naar het oordeel van het hof betekent dat [appellante] binnen bekwame tijd na de tweede controle in januari 2017 Occasion Centrum op de hoogte had moeten stellen van de volgens haar daarbij door Kwik-Fit geconstateerde tekortkomingen in het herstel. Het hof betrekt daarbij dat [appellante] op 3 januari 2017 een aankoopkeuring heeft laten uitvoeren door Kwik-Fit, waarbij gebreken aan de auto zijn geconstateerd, dat zij op basis daarvan de auto ter reparatie aan Occasion Centrum heeft aangeboden en dat zij, naar eigen zeggen, Kwik-Fit na herstel door Occasion Centrum heeft verzocht de auto opnieuw te controleren om na te gaan of het herstel goed is uitgevoerd.
Vaststaat dat [appellante] dit heeft nagelaten en dat zij heeft volstaan met de mededeling aan Occasion Centrum dat de auto in redelijke toestand was teruggebracht.
6.12.
Deze uitleg/toepassing van artikel 7:21 lid 6 BW strookt met de in artikel 7:23 lid 1 BW neergelegde regeling over de klachtplicht van de koper, welke onverkort op een consumentenkoop van toepassing is en die eveneens met zich brengt dat na iedere herstelpoging opnieuw binnen bekwame tijd geklaagd dient te worden, indien het herstel volgens de koper gebrekkig is.
De devolutieve werking van het hoger beroep brengt mee dat, indien de grieven zouden slagen, het hof dan alsnog dient te beslissen op verweren van Occasion Centrum die in eerste aanleg niet zijn behandeld of verworpen en die niet zijn prijsgegeven. Nu Occasion Centrum in eerste aanleg de klachtplicht aan de orde heeft gesteld, ziet het hof uit proceseconomische gronden reeds thans aanleiding hierop in te gaan. Deze regeling houdt in geval van een consumentenkoop in dat de koper er geen beroep meer op kan doen dat hetgeen is afgeleverd niet aan de overeenkomst beantwoord als bedoeld in artikel 7:17 BW, indien hij de verkoper daarvan niet binnen bekwame tijd nadat hij dit heeft ontdekt kennis heeft gegeven. Daarbij geldt in geval van een consumentenkoop een kennisgeving binnen een termijn van twee maanden na de ontdekking in ieder geval als tijdig. Deze regeling beschermt de verkoper tegen late en daardoor moeilijk te betwisten klachten. Bij de beoordeling van de vraag of de koper binnen de bekwame tijd heeft geklaagd, dient de rechter rekening te houden met alle omstandigheden van het geval en een afweging te maken tussen enerzijds het voor de koper ingrijpende rechtsgevolg van het te laat protesteren zoals in artikel 7:23 BW vermeld, te weten: verval van al zijn rechten ter zake van de tekortkoming, en anderzijds de concrete belangen waarin de verkoper is geschaad door het late tijdstip waarop dat protest is gedaan, zoals een benadeling in zijn bewijspositie of een aantasting van zijn mogelijkheden de gevolgen van de gestelde tekortkoming te beperken.
Artikel 7:23 lid 1 BW omvat mede het geval dat de verkoper de zaak opnieuw aan de koper heeft afgeleverd nadat hij daaraan herstelwerkzaamheden heeft verricht op verzoek of na sommatie van de koper en de koper dan nog niet tevreden is. Ook dan moet de koper opnieuw binnen bekwame tijd klagen (HR 29 juni 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ4850, Amsing/Dijkstra-Post Beheer).
6.13.
Toepassing van de regeling over de klachtplicht brengt onder de gegeven omstandigheden met zich dat [appellante] na de tweede controle door Kwik-Fit in januari 2017, waarbij volgens haar het risico van opnieuw ontstaan van problemen was gebleken, gehouden was om Occasion Centrum ervan in kennis te stellen dat de auto, ondanks de reparatie door Occasion Centrum, volgens haar nog steeds niet aan de overeenkomst beantwoordde.
Dit temeer nu [appellante] stelt dat de problemen die bij onderzoek door Kwik-Fit vlak voor of na 27 juli 2017 aan het licht zijn gekomen, het gevolg waren van de al eerder - naar het hof begrijpt: door Kwik-Fit in januari 2017 - geconstateerde gebreken.
Daarbij betrekt het hof dat door het wachten met klagen Occasion Centrum ontegenzeggelijk in haar bewijspositie wordt benadeeld en haar mogelijkheden om de gevolgen van de gestelde tekortkoming te beperken worden aangetast. Occasion Centrum heeft onweersproken aangevoerd dat de kilometerstand van de auto op 3 januari 2017 (zo blijkt uit het formulier van de aankoopkeuring door Kwik-Fit van 3 januari 2017) 87.827 kilometer bedroeg en de kilometerstand op 27 juli 2017 (zo blijkt uit de factuur van Kwik-Fit van 27 juli 2017) 91.100 kilometer bedroeg en er dus vanaf 3 januari 2017 tot 27 juli 2017 ruim 3.000 kilometer met de auto is gereden. Aangenomen mag worden dat ook na 27 juli 2017 nog met de auto is gereden. Algemeen bekend is dat iedere auto aan slijtage onderhevig is en mankementen kan (gaan) vertonen en dat de kans op mankementen groter wordt naar mate het aantal gereden kilometers toeneemt. Doordat [appellante] niet reeds na de tweede controle door Kwik-Fit heeft geklaagd, is Occasion Centrum benadeeld in haar bewijspositie ten aanzien van de feitelijke situatie van de auto en meer in het bijzonder omtrent het bestaan en de oorzaak van de door [appellante] gestelde gebreken aan de auto. Bovendien is Occasion Centrum de mogelijkheid om de gevolgen van de gestelde tekortkoming te beperken ontnomen, doordat zij eerst na reparatie van de auto door Kwik-Fit in juli 2017 van de gestelde gebreken op de hoogte is gebracht, waarbij voor herstel harerzijds geen plaats meer was.
6.14.
Uit het vorenstaande volgt dat het recht van [appellante] om zich te beroepen op non-conformiteit ter zake de auto onder de gegeven omstandigheden en met inachtneming van de belangen van partijen is komen te vervallen.
6.15.
Weliswaar betoogt [appellante] nog dat zij niet gehouden was zich een tweede keer tot Occasion Centrum te wenden voor herstel van de auto, althans dat dit niet langer van haar kon en mocht worden verwacht, maar het hof volgt haar niet in dit betoog.
[appellante] voert in dat verband allereerst aan dat de auto in juli 2017 niet verder kon en mocht, laat staan dat er met de auto nog gereden kon worden tot het bedrijf van Occasion Centrum. Dit doet er, wat hier verder ook van zij, echter niet aan af dat [appellante] reeds na de tweede controle door Kwik-Fit in januari 2017 Occasion Centrum ervan in kennis had kunnen en moeten stellen dat de auto, ondanks reparatie, volgens haar nog steeds niet aan de overeenkomst beantwoordde. Nu zij dit heeft nagelaten, acht het hof eventuele omstandigheden bij het melden van klachten over de auto in juli 2017 niet van belang.
Ook voert [appellante] aan dat de advocaat van Occasion Centrum had laten weten dat na de herstelwerkzaamheden voor Occasion Centrum de zaak afgehandeld was en zij daarmee niet meer verantwoordelijk kon worden gehouden voor eventuele gebreken of schade en dat zij nog bereid was € 50,00 te voldoen in verband met het ontbreken van het onderhoudsboekje, maar dat het geheel daarmee klaar moest zijn. Deze omstandigheid brengt evenmin met zich dat [appellante] niet gehouden was bij Occasion Centrum te klagen over de auto. Indien Occasion Centrum al een degelijke afwerende houding heeft aangenomen, belette dit [appellante] niet om tijdig na de tweede controle door Kwik-Fit in januari 2017 te klagen bij Occasion Centrum, zodat Occasion Centrum gewaarschuwd was dat zij nog op een deugdelijke nakoming van de koopovereenkomst aangesproken kon worden.
Verder voert [appellante] aan dat Occasion Centrum een dermate dreigende en onplezierige houding had aangenomen dat van [appellante] niet langer kon en mocht worden geëist dat zij zich tot Occasion Centrum zou wenden. [appellante] heeft echter nagelaten deze stelling nader te onderbouwen. Haar betoog dat de medewerker van Kwik-Fit die de auto op of omstreeks 19 januari 2017 in ontvangst heeft genomen van Occasion Centrum, op zeer onaardige en vijandige wijze is bejegend door degene die de auto namens Occasion Centrum heeft teruggebracht, is daartoe, bij gebreke van enige onderbouwing, onvoldoende. Dat de medewerker en de vestigingsmanager van Kwik-Fit volgens [appellante] niet wensen te getuigen, komt voor haar rekening en risico. Daarbij komt dat deze stelling door Occasion Centrum gemotiveerd wordt betwist. Bovendien belette een en ander [appellante] niet om tijdig na de tweede controle door Kwik-Fit in januari 2017 een klacht bij Occasion Centrum neer te leggen.
6.16.
De in artikel 7:23 lid 1 BW neergelegde regeling over de klachtplicht van de koper geldt voor iedere vordering van de koper die feitelijk gegrond is op het niet beantwoorden van de afgeleverde zaak aan de overeenkomst (HR 23 november 2007, ECLI:NL:HR:2007:BB3733, Ploum/Smeets I). Dit betekent dat, nu [appellante] haar klachtplicht betreffende de gestelde gebreken aan de auto heeft verzaakt, haar dienaangaande ook geen beroep op wanprestatie in de zin van artikel 6:74 BW toekomt.
Met betrekking tot het niet leveren van het onderhoudsboekje van de auto door Occasion Centrum heeft de kantonrechter reeds in eerste aanleg geoordeeld dat Occasion Centrum op dat punt mogelijk tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst jegens [appellante] , maar dat [appellante] daardoor geen schade heeft geleden, zodat niet valt in te zien welk belang [appellante] heeft bij de vordering tot vaststelling van een wanprestatie. [appellante] heeft in hoger beroep geen (nieuwe) feiten en/of omstandigheden aangevoerd die tot een ander oordeel dan dat van de kantonrechter zouden moeten leiden en zij heeft nagelaten haar stellingen op dit punt in hoger beroep nader te onderbouwen. Het hof verenigt zich dan ook met de overwegingen van de kantonrechter en maakt die tot de zijne.
6.17.
De klachtplicht als neergelegd in artikel 7:23 lid 1 BW ziet in beginsel niet op een vordering uit onrechtmatige daad. Dat is slechts anders indien de vordering uit onrechtmatige daad is gericht tegen de verkoper en is gegrond op feiten die tevens de stelling zouden rechtvaardigen dat de prestatie niet aan de koopovereenkomst beantwoordt (HR 23 november 2007, ECLI:NL:HR:2007:BB3733, Ploum/Smeets I en HR 13 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1176). Daarvan is naar het oordeel van het hof in het onderhavige geval sprake. [appellante] heeft haar vordering uit onrechtmatige daad immers op dezelfde feiten gebaseerd als haar vordering wegens non-conformiteit. Het niet voldoen aan de klachtplicht staat dus ook in de weg aan haar vordering op grond van onrechtmatige daad.
6.18.
Bij deze uitkomst bestaat voor toewijzing van de vorderingen van [appellante] geen grond en dient de proceskostenveroordeling in eerste aanleg in stand te blijven.
Slotsom
6.19.
Slotsom is dat de grieven tegen het bestreden vonnis falen.
6.20.
Het door [appellante] gedane bewijsaanbod is niet toegesneden op een of meer stellingen die in het licht van het voorgaande tot een ander oordeel kunnen leiden, en wordt daarom verworpen.
6.21.
Het bestreden vonnis zal worden bekrachtigd.
6.22.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal het hof [appellante] veroordelen in de kosten van het hoger beroep. Deze kosten worden aan de zijde van Occasion Centrum vastgesteld op € 726,00 aan griffierecht en € 759,00 voor salaris van de advocaat volgens het liquidatietarief (1 punt, tarief I in hoger beroep à € 759,00 per punt). Als niet weersproken, zal het hof ook de gevorderde nakosten toewijzen.

7.De uitspraak

Het hof, recht doende in hoger beroep:
bekrachtigt het bestreden vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats Eindhoven, van 2 november 2017;
veroordeelt [appellante] in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de
zijde van Occasion Centrum vastgesteld op € 726,00 aan griffierecht en € 759,00 voor salaris van de advocaat volgens het liquidatietarief;
veroordeelt [appellante] in de nakosten, begroot op € 157,00, met bepaling dat dit bedrag zal worden verhoogd met € 82,00 in geval [appellante] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze uitspraak heeft voldaan én betekening heeft plaatsgevonden;
verklaart dit arrest ten aanzien van de hierin vervatte veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het in hoger beroep meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mrs. E.J. van Sandick, R.A. van der Pol en P. Kuipers en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 17 september 2019.
griffier rolraadsheer